Tirade. Jaargang 28 (nrs. 290-295)(1984)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 460] [p. 460] Sidonie Escher Gedichten Dode vader Het uitgekankerd lichaam - vermoedelijk als balsahout zo licht - wordt in de aandoenlijk lelijk gecapitonneerde kist gelegd. Zo staan we dan; we kunnen afscheid nemen: De jeugdige blonde verpleegster, de ondernemer met het vriendelijk geplooid gezicht dat zo terecht op deernis staat; z'n maat, die in beter tijden een pomp bedient of knollen raapt en wij. Dan is het zogenaamd voorbij. [pagina 461] [p. 461] Plotseling kon ik dan zo verlangen naar een les van Blasius; hij, vergeefs, monotoon mummelend achter z'n toonbank, de meisjes achterstevoren pratend in hun bank en een speciale zon, twinkelend in de buisjes lakmoes en de ritselende populieren buiten. Vorige Volgende