Tirade. Jaargang 27 (nrs. 284-289)(1983)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 662] [p. 662] Verjaars-brief voor Gerard What is your substance, where of are you made (Shakespeare, sonnet LIII) Gerard, in hoeveel bochten ik me wring en over hoeveel schotsen ik ook spring of desnoods over hoeveel lijken, ik kan je - en wie kan het - niet bereiken. Je bent een zender uit een niet te vinden bron, je bent een duidelijk lichtende horizon, die altijd even ver blijft van de wandelaar en steeds zichzelf en onveranderbaar. Je schrijft, je tovert, dreigt en troost, het is alsof je niets verzwijgt: Gemis, Wellust, God, Dood, Heilige Phallus noem je bij name: toch verzwijg je Alles. In een gesprek met jou, rustig gezeten, kan iedereen - als ik - zijn aandeel wel vergeten: het is alsof men ping-pong spelen zou tegen een team van de god Vishnu en zijn vrouw, [pagina 663] [p. 663] elk met vier armen, razend doelgericht uit de vier windstreken. Weerlicht- despoot, absolutist met humor, ach en ik moet daarbij zo onbedaarlijk lachen. Ik volg je in je boeken - niet als een rechercheur, meer als een kind: eerst wat voorzichtig rondkijkende of ik ook onraad speur. En ja, daar is het! Word ik medeplichtig? Nee, 't is alsof ik deel krijg aan een lange droom altijd dezelfde, altijd gevarieerd, een oude, jonge, niet te stollen stroom. Men moet het geloven - zelfs al is het echt gebeurd. Jij doet het werk, jij hebt de lust, de pijn en ik zeg: ja, zo is het. Niet: zo zou het moeten zijn. To me fair friend, you never will be old. Blijf. Schrijf Omhelsd. My tale is told. Kickie. Vorige Volgende