Tirade. Jaargang 27 (nrs. 284-289)
(1983)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 495]
| |
Verdeelde ruimtenHet glas bezet zich tot en met.
Kristallen, stof van zout.
Het zicht verduistert tot een
grauw; de meeuwen schreeuwen
moord. Maar binnen gróeit
het licht. En buiten: golven,
deining ongehoord.
| |
[pagina 496]
| |
Aan het strandDe wolken hangen laag,
zelfs de horizon is zoek.
(In de mist op de grond
kun je je bezeren:
ze zeggen dat er glas ligt.)
Gelukkig is het blauw
nog wel goed zichtbaar.
| |
[pagina 497]
| |
Op glas, twee glazenEen glas is maar van glas.
Van een naar twee
is maar één glas.
Van twee naar een
hangt van het breken af.
|
|