Tirade. Jaargang 24 (nrs. 252-261)(1980)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 263] [p. 263] Marko Fondse Humanae vitae Voor de schilder Ron Ekkelenkamp Allengs pantsert zwoerd het lijdelijk bestaan. Leven? Dat was toen nog de sappen ziedden en geen verdriet ze nog tot kuisheid dwong. Zij namen het gemis in murwe handen en leden tot de grens van hun bestaan. Seizoenen werden één. Er kwam een grijzig dagen, een schemerglans als van een parelsnoer, contouren, vormen, klein bewegen. Een zwakke buiging naar elkander maken zij, omdat men al zo lang geen hoed meer draagt. Dat minuscuul gebaar maakt grachten soms voornaam. In het gelaten perkament om mond en ogen etst het de spanne tussen afstand nemen en afstand doen. Tussen geen seizoenen meer en één seizoen. [Uit: Krommenieër Elegieën] Vorige Volgende