zoals mevrouw A.L. Wawo Runtu, hoofd-lector en ‘chef du département’ van de franse studierichting van het Instituut voor Leraarsopleidingen aldaar me vertelde. Dan waren er ten slotte nog de Amerikaanse collega's van Ahab, die op soortgenoten van ‘Moby Dick’ en ‘Timor Tom’ jaagden en in Manado landden of strandden als schipbreukelingen of gedrosten om er het westers wereldje ter plaatse te vervolmaken. Een overlevering die ik dank aan de heer Watuseke, als zouden de Dekkers een ‘Wijnbergerkring’ hebben gehad past volkomen bij dit Indische samenlevingsbeeld, waartoe Du Perron echter niet de man rekende ‘die niet omhoog wou’ in Dekkers gedachten vluchten en dus ‘rasecht hollands was’.
Dekker, die volgens Du Perron en Paul van't Veer in Manado al helemaal Multatuli op zijn best kon zijn kon daar dus niet alleen in brieven en nota's maar ook in gesprekken schitteren. Zulks te meer omdat hij zoals hij zelf schrijft ‘met Everdine, daar de Res. niet getrouwd is, zowat de eerste van de plaats’ is. Voordat Scherius arriveerde en nadat hij vertrok is Dekker zelfs maandenlang niet maar zowat doch überhaupt de eerste in de hele Minahassa geweest, ook dit weer totaal anders dan in Bantam, waar Brest van Kempen dat was voor, tijdens en na Dekkers diensttijd in Lebak.
In Natal was hij naar eigen schrijven in Idee 1048a zelfs ‘iets meer nog dan de eerste. Men is alles, en menige Caesar zou daarmee tevreden kunnen zijn...
De leegte van't kluizenaarschap als blanke wordt aangevuld door een soort van koninklijke waardigheid...’ Men proeft hier al iets van zijn imperiale ideeën, die hem later het keizerrijk van Insulinde zouden doen uitroepen, desnoods met hem zelf als imperator. Dekker als imperialist avant la lettre! Burgerlijk en liberaal Holland heeft er echter niet aan gewild. Het lijkt echter niet onmogelijk dat de belezen en erudiete Disraeli na de enthousiaste kritieken op de eerste Engelse vertaling van Max Havelaar - door Hermans in zijn kostelijke biografie De raadselachtige Multatuli terecht gereleveerd - het boek zelf heeft gelezen en daaraan de gedachte ontleend heeft om aan zijn koningin de keizerskroon van India op te dragen, wat in conservatief en aristocratisch Engeland is toegejuicht.
Maar terug van London naar Manado, waar Dekker wel geweten zal hebben, net als Wallace, dat een zekere Duivenboden - vader van de door de