kracht: het afschuiven van geld ter betaling van enkele leerstoelen. Het was niet bij deze gelegenheid, maar ik heb indertijd een soortgelijk geval meegemaakt van een ondernemer, van wie verwacht werd dat hij een geldelijke bijdrage zou leveren aan iets, dat in zeker opzicht een politieke doelstelling had. Het was, om man en paard te noemen, een lid van de directie van de firma Crone. Hij luisterde even naar het betoog van de man, die de zaak waar het om ging kwam bepleiten en hij zei toen: Als ik ja zeg, gaat u dan weg?
Waarschijnlijk is de gang van zaken aldus geweest: uit wezenlijke bezorgdheid over een mogelijk toenemende vooruitstrevende invloed binnen het Leidse monopolie zijn mensen uit de onmiddellijke omgeving der eigenlijke ondernemers - bijvoorbeeld directiesecretarissen of niet-handeldrijvende voorzitters van handelsverenigingen - te hoop gelopen. Ze hebben zich tot de eigenlijke directeuren gewend, dus tot de mensen met de hand op de portemonnaie en ze hebben wat geld losgekregen. Kennelijk niet al te veel, want de salarissen, die uit het op die manier bijeengebrachte fonds werden betaald, waren schandalig laag. Een normaal professoreninkomen lag in die dagen tegen de zesduizend gulden, maar een bijzonder hoogleraar binnen de nieuwe Verenigde Faculteiten van Rechten en Letteren en Wijsbegeerte kreeg er maar drie. Drieduizend per jaar dan. Bovendien kwamen de indologische studenten voor bepaalde vakken, bijvoorbeeld Nederlands staatsrecht en de leer van de Islam, bij gewone hoogleraren terecht en die zullen heus wel geen extraatje uit de olie hebben gehad.
Hoe dan ook, de faculteit begon te draaien. De studenten van het eerste uur hebben natuurlijk begrepen, waarin ze zich begaven, maar in de volgende jaren werd de toeloop van de candidaat-ambtenaren steeds minder bepaald door conservatieve idealen en steeds meer door de centrale ligging van Utrecht. Iemand, die bijvoorbeeld afkomstig was uit de stad zelf, uit de provincie of bijvoorbeeld uit Gelderland of Overijssel, ging heus niet naar Leiden, want dat lag nog altijd een kilometer of zeventig verderop. En de eigenlijke indoctrinatie gebeurde toch naderhand, in Indië, door de leermeesters in de praktijk, de chefs van de pas uitgekomen ambtenaren.
Maar het was natuurlijk ook weer niet zo, dat er van geen enkele hoogleraar enige begeestering uitging. Er was er een, die aan de studie zijn zeer