men er tevergeefs zoeken; daarentegen hebben Petersburg van Andrej Blelyj (uit 1916), Schierbeeks Verzameld werk, deel 2 en Elisabeth Eybers' Gedigte 1958-1973 zich wel weten te klasseren.
Wie de lijsten van de maanden oktober, november en december 1978 en januari 1979 doorneemt, wordt gefrappeerd door de hoge noteringen die de vertegenwoordigers van het ‘Ander Proza’ steeds weten te halen. Zo kwam De beren van Churchill van H.C. ten Berge in oktober bovenaan, en bereikte vervolgens een vierde, een tweede en nogmaals een vierde plaats. Daarna stond Vogelaar met Raadsels van het rund twee maal op nummer een. Nu heeft hij die plaats af moeten staan aan Siebelinks Weerloos, (de eerste stap op weg naar een bekroning met de Multatuliprijs, de Van der Hoogtprijs, de Vijverbergprijs of de Bordewijkprijs, let op mijn woorden), maar toch prijkt hij nog op de derde plaats, achter Xpertise of de experts van het rode lampje van Sybren Polet. De lijst van januari (de laatste die ik onder ogen heb gehad) wordt trouwens door de met Raster gelieerde schrijvers gedomineerd, want naast Vogelaar en Polet treffen we aan; Daniël Robberechts met zijn Onderwerpen, de al genoemde Schierbeek en Ten Berge, en Anekdotes uit een zijstraat van J. Bernlef. Zo'n overmacht wekt nieuwsgierigheid op naar de namen achter de jury. Die staan keurig onderaan de lijst; Tom van Deel, Pierre H. Dubois, Leo Geerts, Remco Heite, Han Jonkers, Anthony Mertens, Wam de Moor, Aad Nuis, Peter Nijmeijer, Ab Visser, J.F. Vogelaar, Hans Warren, Paul de Wispelaere, Joost de Wit, Wim Zaal en Reg ten Zijthoff.
Nog prettiger zou het zijn, wanneer ook vermeld was hoe de persoonlijke voorkeuren van de twintig er uit zouden zien.
Nu valt er alleen maar te vermoeden dat Geerts, Heite, Mertens, Nijmeijer, Vogelaar, De Wispelaere en wie weet nog meer er via hun stemgedrag voor zorgen dat het ander proza in vergelijking met het conventionele zo rijk vertegenwoordigd is. In de platenwereld kent men het verschijnsel van de plugger, de agent (of beter nog: de beeldschone agente) van platenbazen die als vliegen om radio en TV-functionarissen heen zwermen met de bedoeling hun producten zo vaak mogelijk de ether in te sturen, meestal tegen vergoeding. De jury van de Bestelijst is voor een deel gevuld met pluggers, wat een situatie oplevert analoog aan die waarin popmuzikanten wekelijks hun eigen waren mogen aanprijzen, buiten de STER-reclame om. Gezien bepaalde programma's van zendgemachtigden als TROS en Veronica is die situatie al niet denkbeeldig meer, dus dat de beschaving ook in de literaire branche van de cultuur voortschrijdt is niets bijzonders. En van smeergelden of relatiegeschenken zal bij de totstandkoming van de Bestelijst ook wel geen sprake zijn, want het valt niet te verwachten dat de liefhebbers van ander proza zichzelf omkopen. Er is maar één conclusie: binnen deze jury heeft kliekvorming plaatsgevonden.
Er is nog iets wat opvalt in het rijtje van twintig namen. Dat zijn de afwezigen.