Tirade. Jaargang 23 (nrs. 242-251)(1979)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Martien Leenhouwers De blauwe reiger (Ardea cinerea) voor R.A. Roep Geen vogel zwijgt zo duidelijk de stilte van zijn veren. Jacht Het oog strak op de prooi gericht, wacht slechts zijn schaduw niet op vis om scherp te zijn. Spiegelbeeld Hij draagt zijn vleugels slordig bijna voor de spiegel en kijkt wantrouwig om zich heen, als hij de vis tussen zijn veren vangt. [pagina 38] [p. 38] Vangst Blauw in de nek; zilver in de bek. Nest De snavel scherper dan het licht maakt hij zich los in iedere stap van water, het langzaam drijven van de wolken door hem heen in scholen niet en nooit te vangen vis. Waar hij zijn nest bouwt, sterft een boom. Kroost Zijn jongen lijken groot te zijn geweest; gekrompen vogels, in het ei terug, opnieuw geboren voor de eerste vlucht, verbaasd over de lengte van hun poten. [pagina 39] [p. 39] Spanwijdte Doodstil staat hij stil dood te gaan tot hij zich opent naar het licht - Zijn spanwijdte een brug naar stilte. Vlucht In de sekonden van zijn vlucht vertraagt zijn wiekslag zelfs de tijd: stelt sterven uit voor groter stilte. Dood Je ziet hem altijd groter dan hij is; en niets verschuift dit perspectief tot hij gestorven, wind tussen de vleugels bergt. Vorige Volgende