even gezocht en bemind, als zijn absolute tegenvoeter Majakovski verguisd en gehaat. (Diens roem werd na 1930 door een oekaze van Stalin verplicht gesteld.) In mijn kranke bewerking zal van die kracht niet veel overgebleven zijn, maar er is niets beters bij de hand.
‘...Het einde van Jesenin’ schreef Majakovski, ‘bedroefde [me], bedroefde [me] op de normale, menselijke manier... maar die morgen brachten de kranten de voor zijn dood geschreven regels:
In dit leven is 't niet nieuw te sterven,
maar ook leven, uiteraard, is zo veel nieuwer niet...
Na die regels werd Jesenins dood een literair feit.
Op slag werd duidelijk hoeveel wankele zielen dit krachtige vers, met name vers, naar strop en revolver zou doen grijpen.
En met geen enkele, geen enkele analyse of artikel maak je dat vers ongedaan.
Met dat vers kan en moet je met een vers in de clinch gaan en alleen met een vers’...
Dit is een fragment uit Majakovski's Hoe schrijf je verzen, een van de meest meeslepende poëtika's van onze eeuw, waarin hij onder meer uitvoerig de procédé's verantwoordt, die hij toepaste bij het schrijven van Aan Sergej Jesenin. Jaren heb ik met plannen rondgelopen om die poëtika te publiceren. Ik zag er toch van af, omdat er talrijke marxistische gedachtenkronkels aan ten grondslag liggen, die ik in laatste instantie als vijandig aan het wezen van de kunst ervaar, en die ik toch moeilijk kan weerleggen, zonder heel diep in te gaan op poëtische essentialia, die vrijwel niemand meer bij de hand heeft.
Ik bleef aan deze vertaling eindeloos prutsen, omdat Majakovski in zijn poëtika talloze varianten van losse versregels geeft, waarvan de associatiesprongen bijna niet voelbaar zijn te maken in een vertaling van het definitieve versresultaat. Pas toen ik die pogingen opgaf, kon ik mijn vertaling na zestien jaar rond krijgen. Daarbij sneuvelden wat namen van nu