voor een psychiater ‘niets bijzonders’ is. Hiermee wil ik niet zeggen dat Willem Mertens' grootheidswaan pathologisch is. Het gaat - zoals elke individuele waan - alleen maar die kant op.
Als het gaat om het niet-echt zijn van de werkelijkheid voor Mertens zegt 't Hart weer dat het niet abnormaal is omdat alle belangrijke personages in de werken van Van Oudshoorn er zulke denkbeelden op na houden. Hij schijnt zich de mogelijkheid dat al deze personages in dit opzicht abnormaal zouden kunnen zijn - wat ik niet meen - niet te kunnen indenken, maar deze mogelijkheid ontkracht natuurlijk zijn pseudo-argument.
Naar mijn idee is Willem Mertens beleven - niet idee alleen, maar beleven-van de werkelijkheid als iets doods, als ‘coulissen in kunstlicht’ zo hevig, zo vergaand, dat het waarschijnlijk zelden voorkomt. Zijn beleving komt hiervandaan, zoals ik destijds schreef, dat de werkelijkheid hem niets meer te zeggen of te bieden heeft, en dat hij ze te afschuwelijk vindt om ze nog te kunnen erkennen. Zeker heeft ook de eenzaamheid ermee te maken, zoals' Hart stelt, maar deze verklaring is totaal onvoldoende. Een eenzaam mens hoeft helemaal niet de ervaringen van Willem Mertens te hebben. Willem Mertens voelt zich ook belaagd door de werkelijkheid en ontkent ze met een noodsprong van het gevoel. Dit is heel wat anders dan kalm te betogen dat de wereld slechts mijn idee (voorstelling) is, zoals filosofen als Berkeley en Schopenhauer gedaan hebben.
Het merkwaardige is dan dat 't Hart zelf zegt, dat misschien de intensiteit, waarmee dit alles doorleefd wordt, iets abnormaals heeft (560). Waarom hij zich dan zo moet afzetten tegen een artikel waarin het woord abnormaal niet voorkomt, ontgaat me.
Ik vind dat je het woord abnormaal in beschouwingen over literatuur moet vermijden, omdat het de gevoelsmatige lading heeft dat wat ongewoon is niet deugt. Je doet zelfs beter om het niet te gebruiken als je iets ongewoons tegen komt dat je toevallig niet bevalt, omdat het suggereert dat je iets tegen al het ongewone hebt.
Daarom vind ik de vraag van 't Hart: ‘Normaal of psycho-pathologisch?’ ook een ongelukkig geformuleerd uitgangspunt voor een discussie. Want al vertoont Willem Mertens pathologische trekken - hallucinaties bijvoorbeeld - door de bank is zijn gevoel en gedrag dat niet, maar normaal is hij ook niet. Hij is evenals Eduard uit Louteringen een karakter dat afwijkt van het gemiddelde, voor zover ik dat kan beoordelen. In zoverre dus abnormaal te noemen - als je afziet van de ongunstige betekenis van dat woord - wat nog niet betekent pathologisch. Tussen het normale en pathologische ligt nog een breed gebied