F. Bordewijk
De geschiedenis is uiteindelijk altijd rechtvaardig
[In zijn tekst op het stofomslag van Doolhof der Zinnen, in 1950 verschenen bij de uitgever van dit tijdschrift, vatte F. Bordewijk zijn bewondering voor het werk van Van Oudshoorn samen. Van die bewondering had hij al eerder blijk gegeven in het Utrechts Nieuwsblad van 1 oktober 1949 onder de titel Een schrijver wacht op zijn ontdekking: J. van Oudshoorn, vergeten auteur van formidabele betekenis. Een andere vorm van waardering is te vinden in Bordewijks parodieënbundel Idem (Den Haag, 1957), waarin hij van Cd. Busken Huet tot W.F. Hermans 10 schrijversstijlen parodieert, waaronder die van Van Oudshoorn in Tobias en de Dood. De relatie, door Forum gelegd tussen beide auteurs, lijkt ons interessant genoeg om de weergave van deze bijzondere flaptekst te rechtvaardigen.]
De geschiedenis is uiteindelijk altijd rechtvaardig. Het waardeloze verdwijnt onherroepelijk, en wat rijk is aan waarde komt te eniger tijd op. Het gaat daarmede niet als met het onkruid dat het voedingsgewas kan verstikken.
Wanneer zal de geschiedenis rechtvaardig blijken tegenover Van Oudshoorn? Niemand kan het voorspellen. Wij zijn echter op de goede weg, nu een keus uit diens werk wordt gepresenteerd. Men zal zich niet alleen verbazen over de compacte zegswijze en de monumentale beelding in dit proza uit een tijd toen wijdlopigheid en huiselijkheid opgeld deden, maar meer nog over de stoutmoedige en leerzame meting der menselijke afgronden waar anderen zich bepaalden tot oppervlaktewerk. Ten slotte blijkt de schrijver ook nog te beschikken over een eigenaardige humor die bij alle grimmigheid zijn ernst op weldadige wijze onderbreekt. Van Oudshoorn is een pionier. Dezulken zijn hier te lande althans in de