7 Harry Mulisch heeft eens gezegd, dat de literatuur in de USSR tenminste nog serieus wordt genomen, want de schrijvers gaan er de gevangenis in voor wat zij schrijven. Hier kan je schrijven wat je wil, maar niemand neemt er notitie van. In deze redenering schuilt een fout, en wel deze, dat je in de Sovjetunie weliswaar de gevangenis of het kamp indraait voor wat je aan kritiek (of eigen ervaringen) opschrijft, maar dat er verder geen enkele rekening mee wordt gehouden. Pasternak kreeg de Nobelprijs in 1958, Solzjenitsyn in 1970 en Sacharov in 1975. De manier waarop de sovjetautoriteiten op deze drie prijzen reageerden, is in die zeventien jaar volstrekt constant gebleven: verbod om de prijs in ontvangst te nemen en lastercampagne tegen de prijswinnaar. Vergelijk dit met de toegenomen mate van tolerantie gedurende diezelfde jaren in Nederland t.a.v.b.v. de sexualiteit en de homosexualiteit, het koningshuis, het leger en de religie, waarbij het werk van de schrijvers Gerard Reve, Jan Cremer, Wim T. Schippers, Harry Mulisch en Jan Wolkers ongetwijfeld een rol heeft gespeeld, ook al hoefden zij er niet eerst voor in de gevangenis.
8 Ik onderschrijf de stelling van Simon Wiesenthal: ‘Het nazisme was zowel in de theorie als in de praktijk verderfelijk, het communisme is alleen in de praktijk verderfelijk’.
9 Binnen en buiten deze kerk werd een ‘Open Brief van het Presidium der Nationale Associatie van Neurologen en Psychiaters der USSR’ verspreid, waarin als bewijs voor de wetenschappelijke betrouwbaarheid van het beruchte Serbski Centraal Instituut vermeld wordt, dat dit onderscheiden is met de orde van de ‘Rode Arbeidsvaan’. Dat zegt mij niet alles. In deze brief van de sovjetneurologen staat de volgende passage: ‘Een feit is het, dat elk land een klein aantal geestelijk gestoorden heeft, wier ziekte door hun abnormale redeneringen, door waanzinnige ideeën of door andere psychopatologische symptomen aanleiding kan geven tot antisociale handelingen, welke onder de groep van handelingen vallen die bij de wet verboden zijn (verstoren van de openbare orde, verspreiden van laster, manifesteren van agressieve bedoelingen, enz.)’. Vul voor ‘het ver-