Ik ging voor de staat en zijn getrouwen
volgens voorschrift altijd door het slijk.
'k Heb op hoog bevel mijn bek gehouwen,
nam voor anarchisten steeds de wijk.
Moest ik spreken op vergaderingen,
dan hielden de spionnen me wel klein,
maar 'k wil aangaande varkens toch bedingen
dat het varkens, en geen mensen zijn.
Rechter, 't is me waarlijk een behoefte
jou te groeten met een diep respect,
daar je steeds het allergrootst geboefte
met de mantel van de liefde hebt bedekt.
Maar al roep ik ‘hup!’ en ‘halleluja!’
van het Schwarzwald tot de Kaukasus,
't neemt niet weg dat de hyena een hyena,
en de pauw een mooi stuk pluimvee is.
Toen de zoöloog was uitgesproken,
kwam een hele hoge ambtenaar,
en vond uit dat dit betoog kon stroken
met een fijne celstraf van een jaar.
Ergo: zoölogie is voor de meesten
een te gevaarlijk vak in deze tijd,
want er schuilt in bijna alle beesten
een stuk schennis van de majesteit.
Vertaald door willem wilmink
Wedekind had in 1898 een gedicht op keizer Wilhelm II geschreven, dat hem te staan was gekomen op een gevangenisstraf wegens majesteitsschennis. Naar aanleiding van dit voorval schreef hij het bovenstaande chanson, dat hij zelf op de luit begeleidde. Het vertoont veel gelijkenis met Alexander Cohen's verdediging van het feit dat hij ‘gorilla’ had geroepen terwijl koning Willem III voorbijreed, (zie: Alexander Cohen. In Opstand)