Tirade. Jaargang 19 (nrs. 201-210)
(1975)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 415]
| |
[Twee gedichten]Cola Debrot
| |
[pagina 416]
| |
Cola Debrot
| |
[pagina 417]
| |
ijldunne bikini
(bewijs van eenzijdige ontucht)
het vijfjarenplan in slordig handschrift
(bewijs van hoogmoedswaan).
Ik noem er maar enkele
om van de rest te zwijgen
en niet in herhaling te vervallen.
Wat moet je doen?
Wat moet je doen?
Quo vadis
op de rug van het glazen speelgoed?
Het antwoord staat gereed
als je niet beter weet,
als je maar weet te wittern,
zoals de Duitsers zeggen
(niet zonder parmantigheid).
Het antwoord staat gereed.
Je moet maar componeren:
tumba's, rumba's, punya's,
kapellen, poëmen
en andere verwisselbare objecten,
Het antwoord staat gereed.
Het gaat om repareren:
patiënten, ziekenhuizen,
landhuizen
en andere verwisselbare subjecten.
Het antwoord loopt
tenslotte leeg.
Het gaat om concipiëren
robuuste tweelingen
en gelijkwaardige eenlingwezens.
Ainsi soit il
zeggen de Fransen
| |
[pagina 418]
| |
bij hun Pernod en hun argot.
Ta importami un bledoGa naar voetnoot*
Dit is het papiaments
van de Eilandsraad.
Het mot maar,
zegt de Amsterdammer
van Drie Hoog Achter.
Maar let goed op.
Nu komt de goocheltoer.
Van al dit componeren,
repareren
en concipiëren
blijft niet anders over
dan de ijle rook,
de allerijlste rook
de haast onzichtbare rook
van Abel's offer
in de namiddag
als de leden van het kleinvee
weer worden opgesloten in de kraal.
Misschien verneem je uit de verre verte
nog de woorden
van de Prediker.
Ijdelheid der ijdelheden
Of het veel schoner woord
van Paul Verlaine
Je suis plus pauvre que personne
mais tout ce que j'ai je vous le donne.
Woorden die gesproken worden
in Sodoma.
Dan zijn ze onecht
Of op de mestvaalt van Job
Dan zijn ze echt.
|