Tirade. Jaargang 19 (nrs. 201-210)(1975)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 411] [p. 411] C. Buddingh' Ode aan de round pond Zat ik er maar weer, in zo'n ietwat krikkemikkige deck-chair, misschien als de meeste Londenaren zelf nog niet helemaal bekomen van het Stones-in-the-Park-spektakel - maar wat in Engeland moet niet lang mee? - het zonnetje op mijn gezicht, een hemel vol vliegers, en achter mijn rug het uitbundig geblaf van horden kopjebuitelende honden, uit te turen over die tienduizend maal vergrote rijksdaalder van schemergrijs water, met hier een eend en daar een perfect overstag gaande speelgoedclipper en altijd wel weer een breed-grijnzende Japanner die vlak bij de rand op de foto wil. Vaak denk je: waar zou ik nu echt het liefst willen wonen? En ik weet het nog steeds niet precies, maar hier, waar hippies hun wandelwagentjes tussen schakende Indiaërs door manoevreren en moekes in ulevelroze behoedzaam over de benen van dealers stappen, zou ik, als het dan toch moet - en ja, het moet, zo niet morgen dan overmorgen, geloof ik, mijn gelukkig nog allerminst vakerige ogen het liefst voor de laatste keer sluiten, met op mijn gretige retina dat diafane decor van blauw zinderend licht en flarden van Land of Hope and Glory uiteenspattend op mijn trommelvlies. [pagina 412] [p. 412] Want dit is Peter Pan-land: wanneer je hier iemand schuimbekkend amok zag maken, zou je denken: ‘Hé, een komisch acteur,’ of: ‘Zeker opnamen voor een nieuwe tv-spot,’ hier lijkt alles een plaatje uit een fijn-ouderwets kinderboek: in dit vredige knikkebollersdomein voel je zelfs geen apartheid tussen mensen en dingen: lach is mens, vijver hond, vliegtuig hemel, bootje kind: heel de historie is hier teruggebracht tot twee of drie lui-lome rimpelingen, je knipperde zelfs maar nauwelijks met je ogen als er hier een man over 't water liep. Daarom moet je hier misschien ook niet al te vaak zitten, natuurlijk, illusies zijn mooi, maar ook met de prachtigst nagemaakte tien-pondbiljetten loop je al gauw tegen de lamp - en daarginds, waar de daken boven de roerloze bomen uitblikkeren accepteren ze geen sprookjespennies meer. Trouwens: het park gaat als 't donker wordt dicht, de nacht kent nu eenmaal geen oases, maar morgen mag iedereen die zin heeft terugkomen en languit in 't gras wegdromen, of in zo'n ietwat krikkemikkige deck-chair uitturen over het leven waarin hij ook even een zwaantje was. Vorige Volgende