Tirade. Jaargang 19 (nrs. 201-210)
(1975)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 400]
| |
BergafNiet van een alptop maar van een vulkaan,
niet langs een gletscher maar langs een glijbaan
van lava regelrecht een oceaan
in - niet naar een vlakte.
| |
KuststreekRif, schuim, strand, savanne, heuvel, vulkaan
in opgaande lijn. Bij het teruggaan
wordt dat berg, tjot, gras, zand, zee en koraal.
Boven alles blijft onomlijnd lucht staan.
| |
[pagina 401]
| |
LendenkleedDe kain deelt met vrouwen en mannen de charme
je huid te strelen als het vel van hun armen
en benen, borsten en buiken en zo het skin
contact te geven dat kan koelen of warmen.
| |
KlapperbomenZij begeleiden ons langer
dan moeders en vriendinnen,
haar bloeischeden zijn blikvangers,
haar vruchten wekken zinnen:
borsten voor Balische zangers,
haar melksappen, zoel binnen
de mondholte, zijn bezwangerd
met woorden voor versjes als dit.
| |
AvondenOver de heupen der grasheuvels vlijen
de avonden zich stil in de valleien
langs varens en water tussen de dijen
der dalen, zich lang uitrekkend in rijen
van de borsten der bergen tot de veie
voeteneinden in zee, transpirerend
van de meteorieten.
| |
[pagina 402]
| |
OkselsHet is maar goed dat je geen hollands kent
en dit geschrijf niet leest dat om het zweet
gaat in je oksels, waarvan het land weet
heeft omdat je er een onderdeel van bent:
jouw huid zijn grond, dat zweet zijn water en
je haren aren van zijn zwarte kleefrijst.
| |
VersklaarAls krabbesporen op het strand,
als vogeltrekken door de luchten,
als vissenkringen in het water,
als verste vonken van elk vuur
zo moeten ook gedichten zijn:
voortvluchtig in hun element.
| |
BoekitEen primordiaal bestel komt je hier tegemoet:
een zee zonder schepen, schildpadden om de voet
van dit rotsmassief, apen met een mensensnoet,
daarboven een zon van voorwereldlijke gloed -
een praehistorie kortom die zich niet erg goed
laat rijmen met dit nageschiedenisje.
| |
[pagina 403]
| |
ElementairAfgronden om uit hoogtevrees in te springen,
luchten waaronder bezwerend duiven kringen,
bronwater voor de allerlaatste reinigingen,
vuur ter vervaging van de herinneringen.
| |
Sanoer en koetaTwee stranden door een landengte gescheiden.
Oostwaarts of westwaarts reikt het uitzicht bij tijden
tot Lombok of Java. Men kan hier uitglijden,
de onderwereld in. Bovenwerelds beiden
bergen in het noorden de goden.
Kawi is het woord voor dichter in de Oud-Javaanse literatuur, die het best en het langst bewaard is gebleven op Bah. De Muze van die letterkunde is de godin van taal en spraak Saraswati, op Bah nog steeds vereerd en aan wie daar zelfs een bijzondere feestdag is gewijd. ‘Skin contact’ is een algemeen Indonesisch verschijnsel van ‘tactile communication’. Aan de term is vooral meer bekendheid gegeven door Margaret Meads boek Balinese character (1941). De vijfde regel van ‘Klapperbomen’ en de eerste regel van ‘Versklaar’ brengen beelden, ontleend aan de Oud-Javaanse poëzie en vermeld in een prachtig werk daarover Kalangwan, A survey of Old-Javanese Literature (1974) van P.J. Zoetmulder. ‘Boekit’ betekent heuvel en is de naam van het in het uiterste zuiden gelegen schiereiland van Bali. Sanoer en Koeta zijn toeristenbadplaatsen aan weerszijden van de landengte gelegen waarover de weg naar Boekit voert. De Indische oceaan is het domein van god Yama, Heer van onderwereld en dodenrijk. |
|