| |
| |
| |
Madame de Charrière
Pensées choisies
De mensen en hun samenleving
Er zijn lieden die niet voor het leven, en anderen die niet voor de dood bestemd lijken; ongelukkig genoeg is de dood ons aller bestemming.
Het algemeen belang, de plicht zich aan het vaderland te wijden... voorwendsels van eerzuchtigen.
Er is geen dwaasheid uit vroeger dagen die niet in onze tijd haar verontschuldiging vindt - en omgekeerd; maar temidden van die verontschuldigingen over en weer komt het menselijk ras mij zo langzamerhand als zeer schuldig voor.
| |
Staatkunde
Vrijheid. Wat een woord! Niemand begrijpt het, niemand verklaart het. Het is een geheel besmeurd vaandel, maar zodra het wordt ontplooid, gaan de mensen op weg om het te volgen naar alle deugden, naar alle misdaden en naar de dood...
| |
| |
| |
Vrouwen
Er zijn vrouwen wier gebreken in zekere zin een vergoeding en een dekmantel zijn voor hun ondeugden. Ondanks hun uitspattingen behouden zij een deugdzaam en indrukwekkend uiterlijk. Hun schijnheiligheid bewaart hen voor de minachting die hen en hun omgeving anders ten deel zou vallen. Heerszuchtig en trots als ze zijn, leggen zij anderen het juk op, dat zijzelf hebben afgeschud. Wie hen hoort oordelen en veroordelen, zou geloven, dat het allemaal Lucretia's zijn. Hun echtgenoten, die het toeval hen heeft bezorgd, geloven dat werkelijk; en hun kinderen, verre van voor hun moeders te blozen, spreken over hen als over even zovele toonbeelden van ingetogenheid.
| |
Kennis
De mens is geschapen om te dwalen en om daar de noodlottige en wrede gevolgen van te ondervinden; hij is bestemd tot dwalen alleen al door het feit dat hij slechts een onvolmaakte en beperkte kennis bezit. Zijn dwalingen zullen steeds de ruimte vullen die daar door de wetenschap worden achtergelaten.
| |
Schrijvers en hun stijl
Het grootste genoegen van het schrijver zijn is het omgaan met onbekenden en het zich over de hele wereld kunnen bewegen.
| |
| |
| |
Geluk en geld
Ik heb allang schilderijen willen kopen en ik heb ze niet gekocht. Ik heb al jaren lang een gerieflijk open rijtuig willen hebben, een koetsier en paarden die me te allen tijde zouden brengen waarheen ik wilde en ik heb ze nooit gehad. Ik wilde een grote, hooggelegen kamer hebben, waar het niet te benauwd werd als er mensen op etens- of avondbezoek kwamen en waar het dan evenmin om te rillen van de kou was. Ik zou zo graag willen dat mijn Trois Femmes werd herdrukt op fraai papier en in de Didot-letter en dan zonder zetfouten... Ik zal het allemaal zonder moeten doen. Mijn vader zei nooit: ‘Dat is te duur; daar heb ik niet genoeg geld voor’. Hij maakte zijn berekeningen in stilte; dat heb ik altijd wat deftiger en fatsoenlijker gevonden en ik heb mijn vaders voorbeeld hierin gevolgd. Als de Revolutie dat had verordonneerd, dan zou ik bijna zonder spijt al mijn mooie meubels, mijn lijfgoed, mijn porselein en mijn aardewerk hebben verkocht... En toch houd ik van alles wat mooi is; maar hoewel ik weet dat te midden van de mooiste dingen ter wereld de bitterste tranen kunnen worden geschreid, zou ik de trots bezitten van me niet te beklagen.
| |
Moraal en godsdienst
Men leert ons niet te bedriegen uit vrees van zelf bedrogen te worden; niet te stelen uit vrees van zelf te worden bestolen; niet de vrouw, dochter of maitresse van een ander te verleiden, omdat men zelf een vrouw, dochter of maitresse heeft, die men zoiets niet graag zou zien overkomen. Goede lieden zien hierin iets dat zeer ernstig moet worden genomen en ze gaan het uitdragen als een leer, hoewel ze zelf geen geld, geen vrouw, dochter of maitresse hebben.
| |
| |
Ik zou liever willen dat een handelaar niet edelmoedig was, maar nauwgezet; ik zou liever zien dat een overheid niet edelmoedig was, maar integer.
Ik ben grootgebracht in het geloof aan het dogma van de volkomen predestinatie. Toen ik dertien jaar was en over de geschiedenis van mijn land las in de taal van mijn land - die ik in Genève ben ontleerd en waarin ik mij sindsdien nooit meer goed heb kunnen uitdrukken - had ik het bijzonder moeilijk met een keuze tussen Arminius en Gomarus. Ik voelde meer voor de Arminianen, maar de Gomaristen leken mij het gelijk meer aan hun kant te hebben... Wat te zeggen van de Styx, die zelfs Jupiter aan banden legt, als hij eenmaal door haar is bezworen? Wat zijn de aanzeggingen van het lot, waaraan geen enkele goddelijkheid ongehoorzaam kan zijn, anders dan voorbeschikking en noodwendigheid?
| |
Neiging en karakter
Ik houd me niet aan systemen; volgens mij dienen die alleen maar om ons systematisch op een dwaalspoor te brengen.
Wilt u genoegen beleven aan uw huis? Laat het dan solide bouwen en in een gezonde streek; geef u niet over aan bizarreriëen, maar streef naar de sierlijkheid die het resultaat is van symmetrie en goede verhoudingen. Om het op de beste manier te doen, zouden bekwame architecten ook zelfs op de kleinste bouwwerken het toezicht moeten houden. Het is verkeerd te denken dat alleen kolommen en pendanten, kerken en paleizen tot het domein van de architectuur behoren.
| |
| |
Ik houd zoveel van alles wat mooi is en wat voorspoedig groeit, dat ik een aan niemand toebehorende mooie boom zou kunnen rooien om wat voedsel en zonlicht te geven aan de bomen die ik zelf zou hebben geplant.
De wijze is een kunstenaar met vissenbloed.
De aantrekkingskracht van de arbeid doet soms het doel vergeten dat men zich oorspronkelijk had gesteld. Men handelt als een koopman of een hebzuchtig beursspeculant, die in de aanvang alleen maar geld wilde verdienen om een huis te kopen of een vrouw te huwen en die vervolgens niet meer denkt aan het huis of aan de vrouw, en niet anders meer wil dan handelen en speculeren.
| |
Genegenheid
Vaak worden de voordelen van de vriendschap geroemd, maar ik vraag me soms af of de nadelen niet groter zijn. Als men vrienden heeft, dan zijn er die sterven en weer anderen die lijden; er zijn onvoorzichtige en ontrouwe vrienden. Hun kwalen en gebreken doen ons evenveel verdriet als die van onszelf. Hun verlies geeft ons smart; hun ontrouw doet ons een wezenlijke schade.
Mijn vriendschap laat zich niet binden door vormelijkheden; zij uit zich, evenals mijn humeur, in blijde en sombere stemmingen en ik laat mijn gevoelens niet onderwerpen aan een gebruikscode.
| |
| |
Als een vrouw van u houdt, laat zij het dan zijn met wie u gaat trouwen; haar gebreken raken op de achtergrond; ze verdwijnen voor langere tijd of voorgoed. Dit is de hoedanigheid die de vrouwen onderscheidt: de liefde doet hen zich onderwerpen en de meest heerszuchtige onder hen is trots op haar onderwerping.
Een andere dan de eigen vrouw liefhebben is niet zozeer een misdaad als wel een ongeluk; de passie ten offer brengen aan de plicht is iets moeilijks; het is daarentegen zo gemakkelijk de hond van zijn vrouw niet te slaan! In het algemeen is het gemener kleine verdrietelijkheden te veroorzaken dan een groot verdriet.
Een man van hoofd en hart bekent slechts met tegenzin dat hij verliefd is, dat wil zeggen onder het juk gebracht en beroofd van een deel van zijn verstand.
Een man die aan een vrouw veel invloed op zichzelf geeft, is een zwak mens en alleen daardoor al zal hij zich niet kunnen verzetten tegen inblazingen, noch voor langere tijd sterke en diepe indrukken ondergaan. Was die zacht geworden is, wordt nooit staal of diamant.
De natuur is een derde, die door twee geliefden kan worden bemind en die hun beider bewondering geniet zonder dat tussen die beiden een verkoeling optreedt.
De genietingen zijn wel heel erg onvolmaakt als men zich het voorwerp weet van een gevoelen dat men niet deelt, en van de twee mensen die van
| |
| |
elkaar houden is degene, die het meeste liefheeft, naar mijn gevoelen gelukkiger dan die welke het meest wordt bemind.
De toon van gezag, die een echtgenoot vaak zo weerzinwekkend maakt, klinkt heel wat aangenamer uit de mond van een minaar. Naar de wijze waarop men de een zijn rechten ontzegt, vergroot men die van de andere, omdat men daarvoor liefde gevoelt.
| |
De menselijke ondervinding
Wie jong is en een beetje romanesk, wil de wereld gaan zien. Daarna sluit men zich vrijwillig op in zijn hol, hoe kleiner en ontoegankelijker, hoe beter. Natuurlijk verveelt men zich daar van tijd tot tijd, maar de verveling is niet de ergste van de kwalen en men houdt de ogen gesloten voor elke aanblik, liever dan zich bloot te stellen aan een onaangename gebeurtenis.
Jongelieden die de spot drijven met oude mensen, drijven bij voorbaat de spot met zichzelf; datgene wat zij zelf zullen en willen worden, maken zij op voorhand belachelijk.
Er is niets zo slecht, of het tegendeel kan nog erger lijken.
Bang zijn voor het ouder worden betekent bang voor een noodzakelijke consequentie van ons bestaan en dat is een zwakheid; bedroefd zijn omdat men niet langer jong is betekent het verkeerd vinden dat wij bestaan en dat de tijd een opeenvolging is... Het zou getuigen van veel wijsheid en
| |
| |
geluk als men door het leven zou kunnen gaan op een rustige en klare wijze en op elke leeftijd te zijn zoals men behoort te zijn zonder te treuren om de fase die men juist achter zich heeft gelaten...
Vertaald door A. Alberts
In 1925 verscheen in de ‘Collection des glans romandes’ bij Librairie Payot & Cie in Zwitserland een kleine verzameling ‘Pensées choisies’ de Madame de Charrière, samengesteld uit haar werken en brieven door Gabrielle Godet: Ik vond het aardig om voor dit speciale Belle van Zuylen-nummer daaruit een en ander over te nemen en te doen vertalen.
G.A. van Oorschot
|
|