Tirade. Jaargang 18 (nrs. 193-200)
(1974)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 678]
| |||||||||||||||||||||
21 Oct. 1911Van Nijlen,
Reeds bijna een maand heb ik uw brief in handen zoodat mijn antwoord wel wat achteraf komt niet waar? Verontschuldigingen hiervoor zal ik u maar niet aanbieden, gij weet dat dat toch verzinsels zijn. Eerst over uw P.S., dat te meer uitblinkt omdat het zoo heelemaal van onder op 't laatste blad staat. Ik heb van v. Eyck zooeven weer een postkaart gekregen, heel beleefd als altijd en ik durf daar niet goed op te antwoorden zóó beleefd schrijft die man. Schrijf gij hem zelf eens en zeg hem dat ik beslistGa naar voetnoot1. op 1 Dec. a.s. betalen zal. Maar even beslist is het mij onmogelijk vroeger te betalen, op mijn eerewoord.Ga naar voetnoot2. Wat nu het boekGa naar voetnoot3. betreft zal ik over uwe loftuigingen maar zwijgen. Wat uwe aanmerkingen betreft, aan de meeste ervan heb ik gevolg gegeven zooals gij zien zult uit onderstaande. Of neen, gij hebt geen copie van uw brief en zoudt mij dus niet kunnen volgen. Maar ja! Ik zend U hierbij uw | |||||||||||||||||||||
[pagina 679]
| |||||||||||||||||||||
brief terug, waarin ik aan elk uwer aanmerkingen een nummer gegeven heb.Ga naar voetnoot1. Kijk nu:
| |||||||||||||||||||||
[pagina 680]
| |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
[pagina 681]
| |||||||||||||||||||||
Awel, Kerel, wat zegt gij daar van? Dat is nog al schrappen hé? Dat is nog eens luisteren naar den raad van een ander, zou ik zeggen. Maar waarom ook niet? En aangezien gij de eerste zijt die zich de moeite geeft mijn boek met aandacht te lezen... Nu schrijft gij: ‘Dit zijn enkele kleinigheden’. Bedoelt gij dit zijn enkele kleinigheden, of ‘dit zijn enkele kleinigheden. In het eerste geval houdt ik mij ten zeerste aanbevolen voor dadelijke toezending der overige kleinigheden. Of is dat alles wat gij gevonden hebt en vinden zoudt indien gij 't boek nog eens laast? Hebt gij dus nog wat op te merken, laat het mij dan direct weten, dan kan ik het desnoods nog veranderen in het nieuwe exemplaar dat ik hier voor MusGa naar voetnoot1. heb klaarliggen. Met vriendelijke groeten en veel complementen aan delGa naar voetnoot2. | |||||||||||||||||||||
AantekeningDeze brief wordt gepubliceerd naar een afschrift dat jaren geleden is gemaakt, nog bij leven van Jan van Nijlen in wiens bezit hij was. Het origineel heeft Van Nijlen kort daarop in bruikleen afgestaan voor een tentoonstelling in Nederland. Het is nooit naar de bezitter teruggekeerd en is nog altijd niet terecht. De copie, die toen alleen voor de aardigheid, zij het wel zo zorgvuldig mogelijk maar zonder behulp van mechanische middelen vervaardigd is, kon dus niet nog een allerlaatste keer gecollationeerd worden vóór het afdrukken. Er is geen poging gedaan om de tekst in welk opzicht ook glad te strijken. Mogelijke afwijkingen van het manuscript zijn ongewild, behalve die van typografische aard, zoals het cursiveren van onderstreepte woorden.
C. Bittremieux |
|