Tirade. Jaargang 18 (nrs. 193-200)
(1974)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 556]
| |
[pagina 557]
| |
KustElk ontstaan is op grensvlakken
druppels van de ene wereld uitspattend
en aanpassend aan de andere
toen het water stil werd en koeler
ontstond door de inval van licht leven
en waar de zee het land kust
(dans van eb en vloed, elke golf herhaalde paring)
beginnen telkens nieuwe landdieren
en ook de terugkeer van land naar zee
van lucht naar zee, naar land
elke grensovergang verrijkt
dwingt tot nieuwe eigenschappen
of is ontwikkeling niets dan opgeven van bereiktheden
steeds berooider worden, tastend naar wat een kern moest zijn
de reiziger een rollende steen
| |
[pagina 558]
| |
Ouderworden (voor Chris)Machine van de zee
het stampen en woeden
reiken en slijten
in de nacht hoor ik het nog
het aansluipen van de zee
en teruggeslagen
en terugkerend
als de slinger van een klok
| |
[pagina 559]
| |
F.wat ik het liefste wilde
is terugkeer tot een vroegere stad
staat van geborgenheid
beginnen van mijn leven nu
de onbestaanbaarheid daarvan
vergeet ik
bij terugkeer van een reis
oudergeworden en toch
terugvallen kunnen
in vroegere warmte
| |
[pagina 560]
| |
KerkAls paddestoelen verbonden
door een lichaam van onzichtbare draden
blaffen honden in de nacht
het obsceen kwijlende, schurftige monster van het eigen huis
veranderend in een onaantastbaar plechtig
lid van een groter gemeenschap
| |
[pagina 561]
| |
Klagen is vastzitten
aan wat niet gelukt is
de zee vechtend, vrijend
en nooit bereikend
klaagt om het land
| |
[pagina 562]
| |
De grote golven komen van verder
kleine zijn de jaloerse thuisblijvers
die schouderkloppend begroeten
Vertel van de stormen, van het stukslaan
van eindelijk grote dieren
die onaantastbaar leven
dwars door alle golven
| |
[pagina 563]
| |
Wat zijn walvissen mooi
een vin, een hijgende opening
de boog van een groot lichaam
het andere leven
dat we nooit raken kunnen
|
|