Tirade. Jaargang 17 (nrs. 183-192)
(1973)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 530]
| |
[pagina 531]
| |
Landschap met klaprozenO, met een parasol de velden door! Dat
waren tijden. Het hoge gras dat rond je
enkels streelde, en hoger ook. Je kon nog
denken aan wat later alleen gedroomd
zou worden. Rusten in een glooiing, zacht
fluiten om de hond die ook niets narent.
| |
[pagina 532]
| |
BosrandKonijntje aarzelt of het wel zal gaan
de bosrand uit het weitje in, want daar
is alles anders, komt het licht van hoog
zo bovenop je vallen, terwijl nu het blad
nog zorgt en zoetjes ruist, en duiven
uit de kruinen klappen. Het vraagt zich af
of er wel reden is voor zo'n verandering.
| |
[pagina 533]
| |
De boerderijHet stond er bij alsof het pas
begonnen was, zo stil nog, met
gras en water, het wilde wel
altijd zo in onze ogen, blijven.
|
|