Tirade. Jaargang 17 (nrs. 183-192)(1973)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 448] [p. 448] Twee gedichten Shrinivāsi Terugkomst De zon schreit, de bomen staan verkeerd, de palm hijgt met uitgestrekte armen. Hout werd steen en glas, de ruiten leegten in de wind, de dood. Elk blad krijt van angst. Tegen de dijk bonst de zee haar aangezicht. De steiger is vermolmd tot mest. Kinderen lopen met vertroebelde ogen, tenen verkromd in leer. Ten groet kwijlen de ossen, kwijlen de ossen. Het hart draait hier op zeventien stenen. Lotossen staan in bloed. De troost is een moordenaar. [pagina 449] [p. 449] Het elfde gebod Aan U de eer sektie te verrichten op dit land. Te ploegen zijn onduldbaarheid. De wortels van zijn toekomst te bemesten. Te eggen zijn opstandigheid. De dammen om zijn lijf te slaan. Het in kultuur te brengen. Vorige Volgende