Tirade. Jaargang 16 (nrs. 173-182)(1972)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 401] [p. 401] [Twee gedichten] Versje Zij plukte rode en witte klaver uit de berm van de Kalfjeslaan mengde ze met sprietige grashalmen en zette ze in het tinnen vaasje Zo plukte ik haar weg uit de berm van het leven en zette haar thuis in de vaas van het huwelijk, ik ben er net zo blij mee Als zij met haar klaver en gras - indien ik een grote dichter was bezong ik haar als een dochter van Isis Maar ik weet dat zij het niet is Ik ben met haar getrouwd uit zelfbehoud en wil haar niet meer kwijt: da's nogal wiedes Kees Winkler [pagina 402] [p. 402] Vrede Zo rustig is het wolkendek ver weg zingen nog vogels licht valt gedempt naar binnen het schemert in het zomergroen Van de goudenregen vallen druppels de Japanse kers is uitgebloesemd de ribes verspreidt zachte geuren het regenen zet niet door Hier is mijn plaats op aarde dicht bij de leverbalsem en de schemerwitte margrieten Het duistert in de tuin ik zal nooit verder komen en daar heb ik vrede mee Kees Winkler Vorige Volgende