Tirade. Jaargang 15 (nrs. 163-172)

[p. 624]

[Gedichten]

Jaargetijde

Rood glanst de herfst onder jagende wolken
laat bloeien de helianthen in gele verwildering
het vogelbadje heeft veel spreeuwen te gast
verlaten ligt de tuin in de najaarsstorm

Straks komt de winter met ijzige vrieskou
wit is het blinkende ijzer der schaatsen
blauw is het ijs in sloten en vaarten
warm de chocolademelk in het ijstentje

Zolang de storm blaast zullen wij blaren oogsten
humus voor de grond in betere tijden
als de bodem zacht wordt met de lente
en de voorjaarszon de sneeuwklokjes bespeelt

Tot zolang is het wachten bij de open haard
in Leopold lezen hoe de vlam als een veulen dartelt
bij het vuur een borrel drinken met Clovis en Marth
en de wind horen ruisen in de schoorsteen

Kees Winkler

[p. 625]

's Nachts

Onze populier lispelt in de nachtwind
ik zie de lichte galerijen der flatgebouwen
hoor de straalmotoren van het nachtvliegtuig
zachte herfstnevel droomt over de buitenwijk

Er is nog één verlicht raam op de buurt
ook dat gaat uit: ik ben alleen over
het is sterhelder, de maansikkel oranje
twee autoreflectoren knipogen mij toe

Zo vaak als ik laat van de Kring thuiskom
hoor ik mijn voetstap klinken in de nacht
daarbij vergeleken zijn alle woorden hol

Zo uitgehold ben ik dan plots de dichter
die in de nevel zijn bestemming zoekt
en zich al moeizaam naar de dageraad vloekt

Kees Winkler

[p. 626]

Oktober

Blauw is de herfst, blauw mijn humeur
wij drinken sherry en eten noten
de wilde eenden smaken goed dit jaar
paars bloeien de asters in de voortuin

Herfstzon staat pijnlijk wit voor ogen
de laatste zwaluwen zijn weggevlogen
het lustrum van Homerus is nabij
oude vrienden zien elkaar om 't haardvuur

Weldra maakt Judy jam van rozebottels
de vuurdoorns staan vol met rode bessen
chrysanten majesteitelijk in hun vaas
ros dwarrelen de blaren van de kastanje

Blauw en ijl als Mozart is het najaar
met plotselinge vlagen van schoonheid
als de boomtoppen walsen in de wind
en wij elkaar lopen te kussen

Kees Winkler