Tirade. Jaargang 15 (nrs. 163-172)
(1971)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
[pagina 101]
| |
MaaltijdDe slang geeft blijk van goede appetijt
en likt zijn bek en kijkt en kijkt,
het knaagdier roffelt met zijn achterpoten,
met trommeldansen schildert hij
zijn hazehap zo vies af als hij kan.
| |
[pagina 102]
| |
BokMet zijn vier hoeven
vlak bij elkaar
staat hij op hok,
kijkt om, de bok.
| |
[pagina 103]
| |
HertenZij schrikken zich een ongeluk
van zelfs een merel op het gras.
| |
[pagina 104]
| |
VerborgenVerborgen blijft
hoe duidelijk gezegd
een hart vol haat omringd door vee
bescheiden en korrekt.
| |
[pagina 105]
| |
Op het ossenboekEr is ruimte in de os
om aan het spit te denken.
| |
[pagina 106]
| |
WeideIn het nadenkelijke licht
een teken van gebaar, een paard
dat naar een paard komt kijken
en weinig zegt en verder graast.
| |
[pagina 107]
| |
HekJe groet het paard en maakt je uit
de voeten, waardig weggejaagd,
en je herinnert je dat niets,
nu niet en vroeger niet, ooit mag.
|
|