Tirade. Jaargang 15 (nrs. 163-172)(1971)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] [Gedichten] Tussen de bloemen Ze liet het zien. Nog helemaal bloot en kaal en eigenlijk nog niet geheimzinnig. Ze giechelde. Diana werd door Pluto gepakt in het bloemperk, eerst van opzij, tenslotte van achteren. Hij schokte verschrikkelijk. Zo groot als een vinger, tussen de lucifers, centen en peuken begon ie te leven. Ineens als een kind aan haar kontje hing hij daar, en wilde weg, weg. Rutger Kopland [pagina 98] [p. 98] Twee duiven in Siberië Dit moet de trein naar Siberië zijn naar het land waar het wit is en mist. Door de ruiten geen huis, geen weide, geen weg, alleen maar sneeuw met vormen van mensen en dieren die liggen, daar liggen ze, koud, niet dood, maar verdwaald en bevroren. Koffie en broodjes benadrukken dit. Zo dicht en zo wit moet Siberië zijn, een uitzicht op melkglas, een open staand oog van een slaper. Want niets wordt hard aan de vormen van mist, als ze komen en voor ze verdwijnen. Trein, trein, je had niet moeten gaan, ik weet je hebt niet kunnen blijven, ja zo ga je naar Siberië. Een kleine sneeuwwitte man reist mee, een mannetje, zo warm, zo vriendelijk dat alle mensen van hem hebben kunnen houden en hij van hen. Oud en hoeft niet meer, heeft het allemaal gezien, gaat nu naar Siberië. [pagina 99] [p. 99] De trein staat stil (de plaats bestaat wellicht niet meer, RK). Twee duiven zitten op de draden (waarschijnlijk duiven inderdaad, RK), hun lijfjes geladen met duizenden volts, maar rustig, rustig, zij weten dat niet. Dit moet Siberië zijn, dit zijn die twee duiven, dit zijn natuurlijk die twee duiven in Siberië. Ja. Rutger Kopland Vorige Volgende