Tirade. Jaargang 15 (nrs. 163-172)
(1971)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
[pagina 25]
| |
15 Augustus 1970Eens zal ik gaan tot waar de Ongeschonden Roos voor eeuwig bloeit
en schouwen in haar hart, tot waar de zee van bloed
zwart wordt van diepte: Mysterie, van Zichzelf gedragen,
dat uit Zichzelf geboren wordt.
Gerard Kornelis van het Reve | |
[pagina 26]
| |
Hymne voor M.Gij die alles weet en alles begrijpt,
ook waar Uw zoon geen tijd voor heeft en geen geduld,
tot U, lieve Moeder, zing ik dit lied:
van U gekomen, keer ik tot U terug.
Moge het niet te lang duren voordat ik weer bij U ben.
Gerard Kornelis van het Reve | |
[pagina 27]
| |
Gedicht voor mijn 47ste verjaardagDe dag zelf vreemd en grijs. De dag erna
zes zwanen zeilend tot de voetbrug
waar ik met gulle hand het feestgebak te water werp
dat niemand gisteren door zijn strot heeft kunnen krijgen
maar dat de vogels evenmin begeren.
Hun koninklijke halzen buigen niet
terwijl het ongewone voedsel zinkt.
Gerard Kornelis van het Reve | |
[pagina 28]
| |
Uit mijn levenEen vrouw van Duitse afkomst die in Friesland schreeuwen heeft geleerd,
is tegen het begraven met het oog op schijndood.
Zij wil mij een boek in drie delen lenen
waarin staat hoe alles ontstaan is.
In verre droom verschijnt mij snachts de Glorievolle Maagd
die ik beloof ter bedevaart te gaan naar Lourdes.
Een datum heb ik niet genoemd,
zodat ik niet aan tijd gebonden ben.
Ik ren voor de Dood uit, ademloos.
Gerard Kornelis van het Reve |
|