Tirade. Jaargang 14 (nrs. 153-162)
(1970)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 369]
| ||||||||||
Brief uit Marrakech
| ||||||||||
[pagina 370]
| ||||||||||
mijn gedachten met Mohamed verbonden (moeten!) zijn. Daar komt bij dat het zo'n vitale, lastige vlegel is. Maar diep in de grond, geloof ik, is hij zoals hij eruit ziet: een engel. Wat er tussen die diepe grond en het oppervlakte-uiterlijk ligt... daar zitten een heleboel problematische woelingen, animositeit, animaliteit, verwendheid, egoïsme (waar ik mijzelf ook niet van vrijpleit!), nou ja, allerlei menselijke hevige turbulenties, in. We moeten elkaar weten te vinden, hij zijn tweede ‘papa’, ik mijn pand. Ja, dat is het woord dat ik maar zal gebruiken. Vanuit België en vanuit Amsterdam, misschien, zal ik de zaak eens verkennen. Eens met een paar verstandige mensen spreken. Verstandige mensen zullen een vaste en goede bedoeling niet willen torpederen.
Ik schreef nu over mijn ervaringen - die meestal over deze kennismaking gaan - reeds 14 brieven, maar misschien is het beter met de publicatie ervan wat te wachtenGa naar eindnoot3.. De brieven mogen de realiteit niet schaden (niet dat de brieven geen realiteit beschrijven, maar ze zijn reeds verleden tijd; in zoverre is de tegenwoordige tijd en de toekomst reëler). En nu je brieven: Ja, natuurlijk, zeg en schrijf ‘je’; het moet er toch ooit van komen. Je dankt voor de kaart van TetuanGa naar eindnoot4.. Ja, dat is al lang geleden. Ik heb voor het eerst het voorjaar in Nederland totaal gemist (overgeslagen), terwijl het voorjaar de tijd is die ik het mooiste vind (sommige mensen, o.a. Morriën, houden meer van de herfst). Ik zal niet op alles in je brieven hoeven te reflecteren. Ja, die ‘herinneringen uit Wicklow’ in TiradeGa naar eindnoot5. zijn wel een beetje moeilijk, misschien. Ik laat telkens een stukje zien, het aan de lezer overlatend of hij het zelf kan aanvullen, kan ‘zien’ als een groter geheel (zoals je uit de punt van een schoen de hele schoen kunt vermoeden). Men zou het een soort van poly-interpretabele lectuur kunnen noemen. Ik zelf kan eigenlijk niet zo goed begrijpen wat er voor de lezer zo onbegrijpelijk aan is... (je moet je gewoon 3 ideale jongetjes voorstellen - ik ben toch wel een dweper, hè).
Je schrijft niet waar dat citaat uit ‘Aan... onbekend’ voorkomt. O ja, ik snap het nu: in mijn eigen stuk (Wicklow)Ga naar eindnoot6.. Het is geen citaat. Het was gewoon zo. Ik heb niet aan dat gedicht gedacht toen ik dat schreef (‘met een bots in mijn armen’), ik heb dat gewoon een tweede keer gedacht, zoals men soms wel 100 x dezelfde gedachte of ervaring | ||||||||||
[pagina 371]
| ||||||||||
héeft. Wel heb ik later de overeenkomst zelf ook opgemerkt. Ga niet in Eysden wonen. Als de wind en weerstoestand ongunstig zijn levert de Enci-fabriek een afschuwelijke witte stof-mist.
Zo, Wiegersma dood. Ik herinner mij nog dat hij bij mijn grootvader (dr. Crobach) zijn le (en tevens laatste!) bezoek als de nieuwe collega kwam brengen. Ik zal toen een jaar of 5 geweest zijn. Gek dat ik mij dat nog herinner. Ook herinner ik mij dat Jaap (de oudste zoon) eens in onze (grote) moestuin was en door mijn grootmoeder - die dol op zoenen was - werd opgetild (Jaap was toen ook nog maar een kleine jongen, ik was toen groter) en hevig gekust, en dat ze later aan tafel met een soort voldoening vertelde dat ie naar pies rook (mijn grootmoeder had gezonde, vrij hevige, erotische gevoelens!).
Hij heeft wel goede schilderijen gemaakt, Wiegersma, geloof ik. Het was een moeilijk mens. Mijn grootouders waren niet artistiek, daarom was het contact met Wiegersma niet goed mogelijk, en Wiegersma was ruw - of deed ruw - wat mijn grootvader weer niet was.
Mijn grootouders waren eigenlijk een beetje te ‘burgerlijk’ voor Wiegersma, misschien. En... mijn grootmoeder kon niet goed zetten dat er een concurrent (tweede dokter) verscheen! In die reuze-gemeente (van oppervlakte)!Ga naar eindnoot7.
Ja, ik vond wel die droom van je,Ga naar eindnoot8. toen, die je op papier hebt gezet zó dat de pedofiele erotiek er toch niet vreemd aan was. Ik geloof dat, hoewel pedofiele sexualiteit bestáát (Marokko! en waarschijnlijk heel Afrika en Azië), deze niet ebenbürtig is aan de heterosexuele (normale) sexualiteit, en m.i. is zij ‘uiteindelijk’ ongeoorloofd. Alleen als min of meer toevallige en niet-echt-gewilde ‘vergissing’ in de pedofiele erotiek (die ik wèl geoorloofd acht), wil ik die aanvaarden (dat is dus eigenlijk: niet aanvaarden.). Wees blij dat je ‘gewoon’ van een lief meisje houdt (dat alles in zich heeft om - met jouw medewerking! - jongetjes te maken). Vrouwen zien - heel vanzelfsprekend - dat probleem veel eenvoudiger en duidelijker dan officiers van justitie en zo. Vrouwen gedragen zich tegenover kinderen ongedwongen erotisch, ze kussen ze en knuffelen ze en vragen niet | ||||||||||
[pagina 372]
| ||||||||||
of het een jongen of een meisje is. Maar ze zullen er geen sexuele dingen mee doen. (en als ze dat wèl doen zijn ze een beetje anders, maar ik bedoel de vrouwen in het algemeen.)
Die man over wie je het hebt wil ik - D.v. - ook wel ontmoeten.Ga naar eindnoot9.
Gelukkig dat er niet veel verontrustende post voor mij was.Ga naar eindnoot10. Ik heb een reuze stipendium gekregen, schreef G. Stigter mij. Daar zal ook nu wel bericht van zijn gekomen. Dat vult mijn reis weer wat aan. Daarom kan ik met geruster hart mijn (dure) 2e-vader-schap voortzetten.
Nog maar 1048 van de (mijn) gedichtenbundel verkocht!Ga naar eindnoot11. Zou dat nou echt waar zijn? Of zou V.O. mij bedonderen?? Nou ja, dan bedondert ie maar. Maar ik mag iemand zonder zekerheid niet verdenken. (en dat doe ik nogal vaak!).
Niet zo heel erg veel post. Nee, er was, geloof ik, een tijd dat ik meer brieven ontving. Maar ja, ‘je suis content’. Ik heb mijn gebrekkige frans hier eens goed kunnen laten spartelen. Potdorie wat ik hier een frans geradbraakt heb. Dat gaat hier maar de hele dag. Ik ben te oud om er echt veel van bijgeleerd te hebben, maar toch wel wàt. Mohamed spreekt leuk frans. Goed accent. En engels ook. Heeft hij allemaal met zijn straatvlegelarij geleerd. Kan niet lezen of schrijven. Dàt wil ik hem toch leren. Als ik hem bij jou op school doe, breekt hij het gebouw af, zet alle banken op z'n kop en maakt de kinderen gek. Nou ja, dat is maar onzin (ik ben in bed aan het schrijven en drink er een fles rosé wijn bij. Is haast op. Dus dat laatste was onzin. Ik ga de brief niet overlezen. Zr. IgnotineGa naar eindnoot12. heeft mij als kindermeisje aan de aarde laten wennen. Zij is een lieve vrome zuster, ik heb haar een briefkaart gestuurd, ik houd veel van haar. Schrijf haar maar eens. Ze sukkelt met haar gezondheid, reeds zeer lang. De inhoud van dat stukje ‘katholieke tekst’Ga naar eindnoot13. in B.B.B. herinner ik mij momenteel niet. B.B.B. plaatst mijn brieven uit Marokko niet. Ze zijn niet barbarberachtig, en dat is zo. Ik neem het hun niet kwalijk. Maar ze vinden de brieven wèl goed (Nou zeg, ze zijn goed, geloof me maar). | ||||||||||
[pagina 373]
| ||||||||||
Van het Reve schijnt - volgens Tom Steen die mij schreef - goed geschreven te hebben in Tirade. Voor die bestaat er geen grens tussen erotiek en sex. Wie heeft het nu mis? Ik of hij? Ik? en de jonge martelaren van Oeganda,Ga naar eindnoot14. dan?
Nou snijd ik wel zware kost aan (voor de tweede keer, overigens).
Leuk (andere brief) dat je voor weinig geld le uitgave P. Kemp hebt op de kop getikt.Ga naar eindnoot15. Vind ik ook altijd leuk: iets goeds voor weinig geld. (Mijn hand wordt moe, het is niet de wijn die mij slordiger doet schrijven.
Wel gefeliciteerd Loek,Ga naar eindnoot16. of is het Loek niet?
(mijn nichtje heet Loek (Lucretia), daarom vind ik Loek voor een jongen een leuke naam. (was verliefd op dat nichtje, op al mijn nichtjes trouwens). Gelukkig broer GodeliefGa naar eindnoot17. goed, ja? Ja, citaat HilleniusGa naar eindnoot18. veel overeenkomst. Hoewel ook, uiteindelijk, een soort van anti-overeenkomst. Nooit gehoord van Marianne Philips prijs.Ga naar eindnoot19. Ik ben tevreden met mijn stipendium, voor Mohamed en mij.
Wonderlijk kan het leven toch zijn, hè Ser?
Groeten aan:
schoolkinderen (kinderen zijn hinderen, zei Vader Cats. Geloof mij, hij heeft gelijk. En jij weet dat als onderwijzer ook.)
Jan. | ||||||||||
[pagina 374]
| ||||||||||
P.S. 9 mei. Vandaag arriveerde je brief van 5 mei. Dat is goed werk van de post (en van jou) dus. Nee, niemand wil mijn vriendje als paying guest opnemen. Maar ook hierin zal een oplossing gevonden worden. Wat ik dienaangaande de laatste tijd heb meegemaakt is onvergetelijk. tout va bien. Jan (dus). | ||||||||||
[pagina 375]
| ||||||||||
beek, april-mei 1970 ser j.l. prop |
|