Tirade. Jaargang 14 (nrs. 153-162)(1970)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] [Gedicht] een middag bovenaan een smalle trap, een openstaande deur en in het huis waar eens je schorre stem om waanzin riep hangt nu de dreiging van je thuiskomst, tot in de varkensstal vervolgd door het syndroom van gierende colonnes door de straten onderweg om te herstellen wat je vaders zoon heeft aangericht, een onbekende in jouw kleren liggend op het bed die vraagt waarom ik nog geen prooi gevonden heb. Was ik je prooi en jij de mijne: waar de gaskraan altijd openstond en zwarte sluiers heimwee voor je ogen vielen schroeide je verbijsterd en verblind van spijt je vleugels aan de zon en ging je drijvend op de wolken nachtenlang met open mond te gronde. Wat is er toen gebeurd, wie ben je toen geweest dat onherroepelijk je naam verleden is, die van een vreemde? T. Graftdijk Vorige Volgende