Tirade. Jaargang 14 (nrs. 153-162)
(1970)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
[pagina 14]
| |
Op straat
springt een lelijk meisje
een lelijke jongen om de hals.
Verveeld wendt hij zich af
net als het leven
die enkele keer dat het
omhelsd wordt.
Hanny Michaelis | |
[pagina 15]
| |
Zolang er mensen zijn
blijft er oorlog.
Daar zijn we het over eens
bij de warme kachel behaaglijk
nippend van onze cognac.
Een spotgoedkoop alibi
voor afzijdigheid, inderdaad.
Helaas waterdicht.
Hanny Michaelis | |
[pagina 16]
| |
Zoals de luchten konden zijn
in maart en juni en september
(melkwit en ziIvergrijs
met hier en daar een zweem van blauw
ver als de toekomst en even vaag)
zijn ze gebleven. Nog steeds
drijven boven de daken wazige
visioenen van vervulling en vrede
maar de hoop ze ooit te bereiken
is zo goed als verbruikt.
Hanny Michaelis |
|