Tirade. Jaargang 13 (nrs. 143-152)

[p. 624]

[Gedichten]

Voor mijn dochter Ernestine

Dat vliegende ratten je aanvallen
zodat je in een ijzeren huis moet vluchten,
ja natuurlijk, dat is
omdat je zo huilt over een dood vogeltje.

J.P. Guèpin.

Erbarmen erbarmen,
de minnaar in haar armen
heeft hij de ogen
van haar broertje?

Uit een kogelrond vrouwtje
komt een kogelrond kindje,
zijn het zijn ogen
zijn het zijn ogen?

Weer zucht het meisje vol verdriet:
het is haar dode broertje niet.

J.P. Guèpin.