De Prins begaf zich naar een kast, nam er een bijbel uit en begon te lezen, ogenschijnlijk op een willekeurige plaats. Enige tijd heerste er een volkomen stilte in de bibliotheek, slechts zo nu en dan verbroken door het geklok van de adamsappel van de Hertog.
Toen zette de Prins zich weer neer aan zijn bureau, waar de Hertog van Vianen juist zijn glas geleegd had. De Prins steunde zijn hoofd op zijn handen en onderwierp de stand van zaken op het bord aan een analyse.
- Het ziet er niet al te best voor mij uit, vleide de Hertog. De Prins zweeg.
- Vooral niet als ik mijn positie op de h-vleugel bezie, verduidelijkte de Hertog.
Toen trad de bediende, na een korte klop op de deur, opnieuw binnen.
- Heer, de bezoeker..... hij wil niet van hier en gaan. Hij staat erop u te spreken.
De Hertog schudde heftig van nee en gebaarde de man de kamer te verlaten. De Prins scheen van het hele voorval niets gemerkt te hebben. Hij was in gedachten verzonken. Hij zag zichzelf bij het ontwaken, zwetend, oog in oog met de dood.
De Hertog glimlachte en prees de leepheid van de Prins toen deze een nieuwe zet deed. Na enkele minuten kondigde de knecht zich, zichtbaar ontdaan, wederom aan.
- Heer, het schijnt een uiterst gewichtige zaak.... De bezoeker is vastbesloten en wil niet vertrekken.
- Heeft hij u zijn naam gegeven? vroeg de Hertog geprikkeld.
- Zijn naam is mij medegedeeld heer, Balthasar Gerards is zijn naam. Hij verzoekt om een persoonlijke audiëntie......
- En het is een dwingende aangelegenheid?
- Het schijnt een zaak van leven of dood heer.
- Hoogheid......
De Prins zweeg en tuurde op het schaakbord.
- Hoogheid, drong de Hertog aan. Hoogheid.....
De Prins keek op.
- Iemand voor een audiëntie. Het lijkt een kwestie die prioriteit eist. Misschien kunt ge beter.....
De Prins stond zwijgend op, beschouwde nog even de stukken op het bord en volgde toen zijn knecht naar buiten.