Tirade. Jaargang 13 (nrs. 143-152)(1969)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 611] [p. 611] [Gedicht] want het wordt vast en zeker en lang en moeilijk verhaal te vertellen over je leermeester Ik heb lang gewanhoopt met zeer grote ogen rondgekeken niet begrijpend wat je bedoelde een foto met matrozen in de houding terwijl het stuk monroe langs de rijen gaat zulke ogen bedoel ik jacob nanninga ach jaap de geschiedenis blijft toch een grote hoer laat mij nou ook eens aan het woord mijn favoriete kanaal zal het oeuvre van jaap nanninga uitzenden om het uur een ander schilderij in kleur onder diverse belichtingen (prof. j. pen in v.n. 13-1-'68) zoals ik naar je atelier reeste een fiets waar al het overbodige was afgesloopt de haast toen al de vege plekken tussen oren en ogen voor ik de bocht van de bezuidenhoutseweg naar de daendelsstraat had genomen moest ik de verzekeringsreclame op de kopgevel hebben gelezen want dan was je thuis vanmiddag ben ik nog eigenlijk om een stoplicht te ontlopen door de straat gereden langs het huis waar hij woonde (no 25) de hele buurt wordt gesloopt in het kader van een schaalvergroting de hele rataplan [pagina 612] [p. 612] het was een huis waar iedereen binnen kon een diagonaal gespannen veer hield het raampje toe maar als je het wist: de arm erin gestoken en hopla een oud huis waar snachts machines bonkten vanwege de nachtstroom waar soms een naakt meisje over de gang liep ja hij is thuis op de donkere overloop hoor ik hem al vloeken een wintermiddag 10 na 5 ontmoette ik hem voor het ministerie van landbouw en visserij - soms denk ik wel dat zij gelijk hebben maar ik heb godverdomme gelijk, tompie - zijn fiets ondersteboven voor de ezel de nagelnieuwe fietsdynamo die het jezus christus toch niet doet hij had zon'n franse fiets van vlak na de oorlog waar alles zomaar afbrak de lantaarn op de stok de kandelaar heilige nacht hij zeurde vaak over een landloper achterin de kerk van zijn geboortedorp dat was pas geloof je handelde en belazerde in ootmoedigheid was maar dienstbaar gebleven aan de stuff bijvoorbeeld een half servies uit het raam keilen naar dat blaffende rothondje en met de middelvinger in de verf strijkend vertellen hoe het dan wel moet geheimzinnig brok'n brok'n barnum en bayley [pagina 613] [p. 613] hij sprak gronings met een aangeleerd frans accent - mag ik ev'n, zei hij een kleur aanwijzend mag ik ev'n - en dan was het wat hoor je trillende bovenlip je dikke amandelen en je maagzweer de stuff die je aanraakte begon te gloeien al die clowns adam en eva hij was toen weg van rouault en campigli witte schalen met fruit en een meisje uit de provence dat was jeanne uit de schoolstraat een reuze trut, maar goed toen werd je abstract en liet je baard staan een meneer uit het stedelijk heeft het hem nog uitgelegd je verhuisde naar morgenstond emmers en bezems en een vrouw die vaak verkouden was we gingen cigaretten kopen bij een krampachtig lachende winkelier karton op de vloer om het nagelnieuwe tapijt te beschermen toch werd het pas goed ellendig in het tuinhuisje van het park clingendael hoe hij dat loskreeg van de gemeente zal wel altijd een raadsel blijven ik heb nog een dag geholpen met-boterhammen-mee de gore gele tegels weggehakt lambriseringen geloogd grote kartonnen plafonds kankerend opgehesen maar er was geen houden meer aan [pagina 614] [p. 614] ik moet hierbij altijd denken aan de metabletische geschriften van dr. j.h. van den berg hoogleraar te leiden het was juist in de tijd van ronchamps een franse abt kwam vragen of je kwam schilderen in zijn klooster jacob, je fijnheid was definitief ontdekt we wandelden nog een paar keer door het park tot de diepe sloot achter de golflinks hier kan elk ogenblik een neanderthaler om de hoek komen pagaaien zei je maar er kwam niks ook al slopen we voorzichtig om geen dode takken te laten kraken als katten derwaarts robinson crusoë bladzijde 104 van holkema en warendorf 6e druk en ik maar lachen tot ik niet meer wist hoe ik mijn bek moest trekken het antieke orgeltje legde je zorgvuldig op een krant achterin je beige i.d. - er is een feestje vanavond - en dan maar leuk-haags boekjes door dat lullige orgeltje draaien precies de duif arie zie: vergeet niet de leeuwen te aaien bladzijde 142 van anton koolhaas de kirgiezen komen met zukke kromme zwaarden niet jansen of pietersen maar de kirgiezen lees kir-gie-zen een restje stuff van weleer kreeg ik op een briefje van de kelner van de posthoorn ik keek op, jaap zat in een schemerig hoekje achter zijn glaasje te glimlachen echt? wat is nou echt [pagina 615] [p. 615] je boerde goed nou ja een beetje geluk moet je hebben een vriend van hem trof elk stoplicht groen maar brak 2-maal een been op het ijs maar ze hadden je niet moeten laten gaan het wrak van de auto van de schilder j.n. die afgelopen nacht op de hoek van de lekstraat in frontale botsing kwam met een motorwagen van lijn 12 (onder een foto in het vaderland) zo eindigde je toch nog op rails dat het een haagse fuss werd zelfs bilbeb was genoodzaakt ingezonden te verklaren zich niet verantwoordelijk te achten restte nog een overzichtstentoonstelling in het stedelijk alleen de abstracte periode de rest was helemaal niet om aan te zien vond leo troel of triest of hoe heet hij ook al weer A. van Haastrecht Vorige Volgende