Tirade. Jaargang 12 (nrs. 133-142)(1968)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Slordige notities Ik veracht de poëzie die als een poedeltje op je afkomt zich met zijn modderige vacht tegen je aanvlijt en je hand likt als je zegt donderop. * Jong zijn en heel oud dat is tot iedere prijs behaagd willen worden ik ben nog niet oud genoeg om te vallen voor fratsen. * Toch is de aftakeling zichtbaar op vele fronten een terugtocht eens heb ik hard en onheus gelachen om voorzitters van hengelverenigingen ik ben nu vice-voorzitter en bezie de ontwikkeling met een koud oog. * Het gemeenschappelijk erfdeel van mensen is dat zij zich op de borst slaan en bang zijn voor spoken deze twee en verder hebben zij niets. * Schelden op psychologen is liegen tegen zichzelf maar psychologen die troosten stinken het hardst. [pagina 25] [p. 25] Door de angst die illusie is zitten we in de soep hierin ben ik niet afgetakeld ook vroeger was ik zo bang als een muis. * Hoe ouder je wordt hoe dieper je zakt in de trog hoe gretiger je vreet uit de ruif de staatsruif en de partikuliere ruif ik ben voor de revolutie. * In een zee van onzin zitten we op een eilandje onzin wachtend op het schip onzin dat ons terug zal brengen naar ons vaderland onze roeping en ons gemeenschappelijk erfdeel. * Het geluk is voor alle mensen hetzelfde ronde zachte dingetje ieders misère is een gekompliseerde en uiterst gedifferentieerde aangelegenheid heb ik dat niet ergens gelezen? * Niet meer denken uitmuntend of niet en dus niet maar middelmatigheid vlak in 't gezicht zien de eigenheid van het gezicht is reden genoeg. [pagina 26] [p. 26] Ik wil maar zeggen de schrijver van dingen die we allang weten is geen genie toegegeven maar voor de genialiteit van de lezer sta ik ook niet in. * Rechtvaardiging van publikatie kan zijn dat men geweldig vindt wat men schrijft maar ook niet geweldig genoeg om 't achter te houden. * Waar zijn de zweren toch van opa, de pest, het pootje en de pokken en waar, o waar zijn heengetrokken de lepra en de cholera? Waar, tussen welke bleke rozen schuilen sifilis en tuberkulose? Laat ons vooral raketten kopen met radioaktiviteit, napalm en fragmentatiebommen en kleine snelle projektielen met een gekonsentreerde lading van zeer originele mikrobetjes ter verrijking van het aanbod op onze schrale marktjes met hun miezerige kankertjes en hartinfarktjes. * Pas op, wij zijn de paranoia-lijders die klaar staan om de andere paranoialijders uit te roeien. Helaas, wij moeten wel: zij zijn zo slecht. [pagina 27] [p. 27] Slimpie, een denkende dichter, toen hij 5 was: ‘niets is iets, maar iets is echt iets’; toen hij 10 was: ‘niets is echt’; 15: ‘iets is niet echter dan niets, echter niets is echter dan niets en niets echter dan iets, echter iets is niet echter dan niets’; 20: hij herlas zijn oeuvre en trad in de echt. * Deze bescheiden man, zeer ingenomen met zijn onzelfingenomenheid bloosde toen iemand hem prees en zijn ogen smeekten: ga door. * Rampzaligheid is rampzalig denken erover geeft een klein beetje verlichting. * Dat de voorjaren door zullen gaan ook zonder mij vind ik een prettige gedachte terugkerend loof bloeiende heesters 20 of zelfs 30 c.m. groei in de zomer het is een grappig exkuus van de natuur het maakt niet alles goed natuurlijk niet maar het is niet niks. [pagina 28] [p. 28] Als je iets met de taal wil doen moet je oppassen voordat je 't weet doet de taal iets met jou mijd daarom als de pest, hopeloos eigenwijze gesprekspartner, de dichtkunst. H.A. Gomperts Vorige Volgende