weken wit, waarin een vijver ligt, al weken wit. Maandag stond daar een auto, zwart, een vrachtauto, wit, een hijskraan met een bungelende bek die zich telkens en telkens in het ijs neer zwaaide en met zwart kwijl bovenkwam. Een helicopter maalde daar gisteren boven rond. Er werd naar twee jongens gezocht. Vandaag riep mijn assistente. Ze hebben iets! ‘Een boomstronk’ hoopte ik eigenlijk toch niet eens meer. Tja, ze hadden inderdaad iets, de radio raakte er gewoon niet over uitgekwaakt. Soms denk ik, niemand gaat eigenlijk dood, iedereen valt gewoon flauw en dan uit elkaar of zo. Ik merkte gisteravond dat dat ook grammaticaal kan worden uitgedrukt:
Drie apen, heel tevreden,
nee wacht even, zo is de nadruk fout. Hier:
en tien jaar later overleden,
Zoiets kan je helaas wel in het Duits maar niet in het Engels vertalen. Wat een ergerlijk versje, zelfs nu ik het overlees.
Van besprekingen gesproken, Ivo stuurde mij een krantenstukje van Gabriël Smit over Holub. Erg leuk: verleden jaar was ik op een avond met hem voor het Poetry Center. Ik moest dingen van mij in het Hollands voorlezen, en van Achterberg, toen Adrienne Rich dezelfde in het Engels, toen Holub zijn werk in het Czechisch, daarna Robert Lowell dezelfde in het Engels. De Deur, van Holub, zal wel oorspronkelijk begonnen zijn met streschnewschtrekdznje, een regel die vijf maal terug komt en in die krant als ‘Ga en doe de deur open’ vertaald is. Het heen en weer van Holub begint ook te vervelen, het herhalen van regels. Wel een goede man, geloof ik, Holub; hij had op mijn lab zullen komen, maar onze telefoons hebben elkaar misgelopen en nu is hij al weer naar huis geloof ik. ‘Ga en doe de deur open’ bah, sla en doe het boek dicht. O komt, en er is kijken. Flauwe kul, die namaak bijbeltaal, alleen omdat een vorm tot onbegrijpelijk toe verouderd is hoeft hij nog niet beter te zijn. ‘Ga weg doe de deur open’ bedoelt Holub misschien. Anders had hij wel ‘streschnim’ in plaats van ‘streschnew’ geschreven.
Maar critiek is eigenlijk altijd onzin, speciaal ongunstige, want als een levend mens iets schrijft is het zo ingewikkeld als een levend mens, en daar be-