Medewerkers in dit nummer
H. Drion, geboren 1917 te Den Haag. Na de oorlog een jaar in Harvard Law School (1946-1947). 1948-1955 juridische dienst K.L.M. 1955-1958 hoogleraar burgerlijk- en handelsrecht aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam.
Sinds 1958 hoogleraar burgerlijk recht in Leiden. |
P. Andriesse, geboren 1941 te Arnhem. Studeert sinds 1962 psychologie. Publiceerde o.m. in Gandalf en Hollands Maandblad. |
Rutger Kopland, pseudoniem, geboren te Goor, medicus te Groningen. Publiceerde de bundel Onder het vee, verder gedichten in Tirade. Voorjaar 1968 verschijnt een nieuwe bundel. |
Mr. Josine W.L. Meyer, studeerde te Leiden rechten. Interesseert zich vooral voor politiek-culturele en psychologische problemen. Publiceerde: Multatuli en Tine, Vrije Bladen 1950 en Inleiding tot het denken van Nietzsche. Werkte mee aan verschillende tijdschriften, voor de oorlog o.a. aan De Nieuwe Kern en het populair-wetenschappelijk tijdschrift Universum, na de oorlog aan de Baanbreker, Libertinage, Socialisme en Democratie en Tirade. Schreef voor de bladen boekbesprekingen en essays o.a. over Aegidius Timmerman, Vestdijk, Nietzsche, Jacob Burckhardt, Hannah Ahrendt. |
J. de Kadt, geboren 1897, begon zijn politiek optreden als lid van de Communistische Partij, die hij in 1924 verliet. In 1929 werd hij lid van de SDAP, waaruit hij in 1933 met de toenmalige ‘linkervleugel’ werd geroyeerd, wat leidde tot de vorming van de ‘Onafhankelijke Socialistische Partij’. De oorlogstijd bracht hem in het toenmalige Nederlands-Indië en in de Japanse gevangenkampen. Terug in Nederland in 1946 werd hij lid van de PvdA. Van 1948-1963 was hij voor die partij lid van de Tweede Kamer. Hij publiceerde o.m.: Uit mijn communistentijd (memoires, deel I), Ketterse Kanttekeningen (essays), Beweringen en Bewijzen (essays), De kiezer en zijn kansen, Methode Israël. |
Th. J. Hooning, geboren in 1928. Studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Thans leraar te Enschede. Publiceerde in Tirade, De Nieuwe Stem en Mens en Maatschappij. Werkt aan een proefschrift over George Orwell. |
|
|