Tirade. Jaargang 11 (nrs. 121-132)(1967)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 449] [p. 449] Vier gedichten A. van Haastrecht vandaag is weer zo'n zenuwedag er dreigt van alle kanten isolement het begon er al mee dat gisteren eerste pinksterdag de gemeentezekering van de electriciteitsvoorziening doorsloeg ik zou willen schrijven als het etiket op een wegwerpfles door de eindeloze herhaling wordt het geloofwaardig of tekens overtrekken op een blinde muur tot het een icoon wordt maar ik zie steeds mijn eigen handschrift mijn voeten mijn afgebeten balpunt ik kan me alleen tot de feiten bepalen [pagina 450] [p. 450] we keken te ratum naar de uitzonderlijk heldere sterrenhemel ach je komt niet veel verder dan de grote beer wat me doet herinneren de avondoefening op de hei bij ossendrecht toen ik verdwaalde en me oriënteerde op de grote beer en nochtans van angst zomaar een zaaduitstorting kreeg van angst nota bene al die sterren en het gezeur over het eindige of oneindige van het heelal de broek van mijn werkpak was nauw en hard in het kruis [pagina 451] [p. 451] zo zag ik laatst een grote foto van rob b. en mij met de bouvier trik een warme middag eind september 40 in de manege achter clingendael momentopname rob heeft me een tennisbal toegegooid (later zou hij softbowler worden bij h.v.v.) ik zal vangen maar de bal ligt op de grond juist tussen mijn schaduwhanden trik loopt er met tegenzin naartoe (hij stond onder appel) bal goed uit laten komen schreef de fotograaf op de achterzijde, bal goed uit laten komen nog al wiedes rob werkt nu voor een groot concern in spanje trik is dood, 2 jaar later blindgeschopt door een jager en ik zou hier nooit toe gekomen zijn als ik niet op een stille warme middag langs park sonsbeek was gekomen, die sfeer een kopje thee met een biscuitje of een pullover met kabelmotief van dat hele rustieke inderdaad is er een opvallende overeenkomst tussen arnhem en den haag plat arnhems en hoog haags klinken vrijwel eender men zou zich bijna vergissen een eeuw of langer werden beide steden bepaald door de indische pensioenen zoals meneer knol van schuin tegenover ons met 45 jaar stond hij 2 maal per week zijn ligusterhaag bij te knippen in de hoek de grote hortensia waar elke avond de poedel van de dames kastendijk overheen zeek in arnhem zijn nog tal van deze lommerrijke plekjes speciaal op warme achtermiddagen waterpartij, rosarium doolhof met uitkijktoren bloemenuurwerk, black-power [pagina 452] [p. 452] groenewoud was een gaaf voorbeeld van een psychopaat hij twijfelde geen ogenblik aan zichzelf mijn eerste herhalingsoefening zat hij in de 4. t.l. stuksbediening samen met kruik en bink en de anderen waarvan ik de namen niet meer weet groenewoud kon in zijn eentje een geschutsloop optillen ik alleen maar aan het dunne eind en dan hoorde ik niets meer van inspanning we konden hem niet aan met z'n allen niet, ook niet als hij bezopen was hij deed niets, droeg 3 weken zijn hand in een mitella maar had daarentegen een enorme grote bek wel zorgde hij dat er niets gejat werd op een keer hadden we 2 brens, alleen omdat hij meende dat de onze in ongerede was geraakt na een paar dagen zei hij tegen me, ik mag je wel, als wijf de grachten rond naarden stonken godsgruwelijk naar doorgekookte savoyekool en dan was er nog die korporaal 1e klas hij kwam 's nachts om 5 uur met knijpoogjes het wachtlokaal binnen hij had de dochter van de opperwachtmeester genaaid in de heide kijk, mijn ellebogen zitten nog onder de modder en weg was hij, de volgende dag moest de gehele afdeling aantreden voor de m.p. er had een verkrachting plaatsgehad de korporaal voornoemd was er slecht aan toe hij rilde van de koorts maar het ging over een ander geval, 2 rotmeiden en een knul die alleen maar wat gestoeid hadden - ik heb alleen maar wat gestoeid - toen de m.p. weg was gaf de korporaal een gloeiend stukje modelexcersitie weg moet je zo'n fanatieke koelerelijer zien zei groenewoud Vorige Volgende