Tirade. Jaargang 11 (nrs. 121-132)(1967)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 191] [p. 191] [Gedichten van J.P. Guépin] De tijd een krul? Ik zou zeggen een kopie naar een derde eeuws Grieks origineel, maar wel veel zachter, het meisje dat ik nu meeneem als een souvenir naar alle plaatsen in Florence waar wij twee maanden geleden samen beminden. Vanavond naar diezelfde bioscoop, de film heet nu De Lange Haren Van De Dood en gaat over weeropgestane lijken. Dan, zorgvuldig zet ik haar op dezelfde stoel in dat restaurant, hier hetzelfde eten en ja, hetzelfde koddige orkestje met dezelfde mandoline. Ben ik zo wild, boosaardig en blij omdat ik de tijd op een cirkelgang betrap, bijna? J.P. Guépin [pagina 192] [p. 192] Gedicht De wetenschap heeft er niets aan, maar de poëzie zou het precies moeten beschrijven; niet de paring zelf, dat is te moeilijk en ook te vaak geprobeerd, daar komen maar hete bloemen en vulkanen van, maar dan tenminste dat kleine en onbelangrijke moment na het klaarkomen, als je opeens voelt dat haar adem warm is en je het hoofd naar achteren trekt, dat is toch het meest prozaische stuk: de wetenschap zou het haast moeten kunnen. Nu zegt ze je trekt je hoofd al terug als je klaar komt. Zo moeilijk is het om precies te zijn. Ik kan niet eens het meest simpele gevoel beschrijven. En dan, het is nog nooit hetzelfde geweest. Toch is er wel eens een ogenblik van helderheid, als toen ze, de benen omhoog, als een tweemaster langzaam kapzeisde. J.P. Guépin Vorige Volgende