Tirade. Jaargang 11 (nrs. 121-132)(1967)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Drie gedichten Hanny Michaelis I Vanavond hoorde ik dat de maan niet rond maar peervormig is met tenminste twee uitstulpingen, misschien wel drie. Toen ik later naar buiten keek klom een ronde witgloeiende schijf boven de daken uit en ik betrapte me op dezelfde koppigheid waarmee ik andere gedeukte illusies in ere houd. II Geen betere plek om het getier van een oproerig geheugen te smoren dan de keuken waar het licht neutraal naar binnen valt en ieder ding zich door een jarenlange dagelijkse sleur hanteren laat zonder oud zeer te wekken zolang ik me maar niet herinner hoe jij hier na de eerste nacht gestaan hebt als een tussen potten en pannen verdwaalde boom die zijn kruin naar me overboog en zijn takken om me heen sloeg of hij me nooit meer los zou laten. [pagina 108] [p. 108] III Een hotelkamer in een ander land waar over zachtgeronde heuvels de maan naar binnen schijnt. Dezelfde die zich boven Amsterdam vertoont: geen sprake van wonderen, maar toch - men is hier niet alleen zoals meestal in Amsterdam en laat zijn wonde plek met rust. Men is ongewoon vredig gestemd en misschien (wie zal het zeggen?) zelfs gelukkig. Vorige Volgende