| |
| |
| |
Joeri Oljesja
De goddelijke komedie
Een hoek van een café. Twee tafeltjes. Eén ervan is onbezet. Aan het andere tafeltje zit een beschonken, maar zich nog heel goed in bedwang houdende man. Zijn hoofd is getooid met een halve nimbus. Hij zit in gepeins verzonken. Er komt een kelnerin op hem toe.
DE KELNERIN
Zeg burger... Wilt u alstublieft uw hoofddeksel afnemen... dat geeft hier toch geen pas...
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Da's geen hoofddeksel, meisje. Dat is een nimbus.
DE KELNERIN
O, neem me niet kwalijk. Ik had het niet zo gauw in de gaten. Ik dacht dat u een gewone bezoeker was, maar u bent een heilige...
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Goed, goed, breng me nog maar een borrel, dat is alles.
DE KELNERIN
Neemt u me niet kwalijk. (Af.)
Er komen twee mannen binnen die naar het onbezette tafeltje toelopen. Zij gaan zitten.
DE EERSTE ziet er verslagen uit
O lieve God! O lieve God! (Hij laat zijn hoofd bedroefd op zijn armen zinken.)
DE TWEEDE
Je mag het je niet zo aantrekken, Witja, toe nou!
| |
| |
DE EERSTE vertwijfeld
Wat een toestand! Wat een toestand!! Dat ziekenhuis... Dat afschuwlijke ziekenhuisbed... En Serjozja... een man in de bloei van zijn jaren! Zevenenveertig is-ie... En nog zo'n jonge vrouw... En pas nog hebben ze een nieuwe woning toegewezen gekregen... En nou zegt de dokter dat zijn dagen geteld zijn... De dagen van Serjozja zijn geteld! Van Serjozja!... Die lucht van valeriaan... die bloemen in een vaasje... en Serjozja's ogen... Mijn God, o lieve God!...
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Moet u mij soms hebben?
DE EERSTE
Ik moet niks van u hebben. Dit is een gesprek onder ons.
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
O, neem me niet kwalijk. Ik dacht dat ik mijn naam had horen noemen.
DE EERSTE
Geen mens heeft uw naam genoemd. Wat bemoeit u zich met ons gesprek? (Tegen zijn vriend.) Zo'n brutale vlerk...
DE TWEEDE
Kalm nou, Witja. Beheers je. Wat, als we eens een cognacje namen, een flinke bel met een schijfje citroen, hè? Hou op, Witja, kom, hou op nou! Denk aan je eigen gezondheid! De dokter heeft gezegd: ‘Het loopt af met hem.’ En met je tranen breng je hem niet tot het leven terug.
DE EERSTE
Maar jij hebt er geen idee van, hoe veel ik van hem hield! Hoeveel dank ik hem in het leven verschuldigd ben! Hij is immers mijn vriend! En hij... dat nou juist hij sterven moet. Ik zou geen ogenblik aarzelen mijn leven te geven, als ik hem daarmee redden kon! Hoor je?! Mijn hele leven, tot mijn laatste druppel bloed, als ik hem daardoor weer gezond kon maken! Mijn laatste druppel bloed! (Hij snikt het uit, luid en hysterisch, slaat zijn handen voor zijn gezicht en laat zich dan achterover in zijn stoel vallen.)
| |
| |
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS is van zijn tafeltje opgestaan en op hem toegetreden
Daar kan voor worden gezorgd.
DE EERSTE zonder acht op hem te slaan
Ja goed, zorg maar voor een flink glas cognac, en dan...
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Nee, ik heb het over die laatste druppel bloed van u. Over uw leven.
DE TWEEDE
Ik begrijp er niks van... Ach, u bent het!... Wat moet u?
DE EERSTE
Wat wilt u van ons?
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Ik wil niks, u bent degeen die wat wil. Uw woorden dat u er uw leven voor over zou hebben, uw bloed, iedere druppel van uw bloed, om te maken dat uw vriend Serjozja in leven zou blijven... die wens van u is verhoord. En ik ben hier om die operatie uit te voeren.
DE EERSTE
Loop naar de duivel, man. Dat komt hier maar de boel op stelten zetten en... (Een donderslag.)
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Ziet u wel? U kunt een afgezant Gods, een heilige, niet zo maar naar de duivel sturen. Ik heb weliswaar niks bij me, maar als we dat karafje daar eens mobiliseerden (hij pakt de karaf van tafel op) om uw bloed in op te vangen. Uw leven kan ik ook zo wel meenemen, zonder verpakking.
DE EERSTE
Meent u dat soms in ernst?
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Ja natuurlijk. Ziet u dit dan niet? (Wijst op zijn nimbus.)
DE TWEEDE argwanend
Maar waarom hebt u maar een halve nimbus?
| |
| |
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Dat komt van de anti-religieuze propaganda... Die maakt dat ik helemaal in de put ben geraakt... En ben gaan drinken. Ik heb de helft van mijn nimbus in drank omgezet. Maar kom, genoeg gepraat, maakt u zich gereed.
DE EERSTE
O-oh! Help! (Springt van zijn stoel op, wil de vlucht nemen, maar een zware donderslag houdt hem tegen.) O-o-oh! (Valt voor de bezitter van de halve nimbus op de knieën.) Nee, dat niet, dat niet, o, alstublieft, ik smeek u!
De donder rolt.
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Ja, maar als u het eenmaal gezegd hebt...
DE EERSTE wijst op de tweede
Maar hij heeft het immers ook gezegd! Hij heeft dat net zo goed gezegd!
DE TWEEDE
Ik? Wanneer dan?
DE EERSTE
En in de spreekkamer van de dokter dan? En bij de direkteur van het ziekenhuis dan? Daar heb je gezegd dat... dat je... dat als... dat hij... niet woordelijk, maar... afijn, je hebt het gezegd, dat heb je!
DE TWEEDE
Maar dat was onder de indruk van het moment, terwijl jij... (Luisterend naar de donderslagen gaat hem opeens een licht op.) Ach man, dat is geen onweer! Dat is jazzmuziek! Jazz! De jazzband!
En inderdaad speelt er een jazzband.
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Ja, nu is het jazzmuziek. Goed. Als u niet wilt, dan hoef ik er ook niet verder op aan te dringen. (Bedroefd.) Alleen, waarom hebt u zoiets dan gezegd?
DE EERSTE
Ach, dat was in overdrachtelijke zin bedoeld! Begrijpt u, in
| |
| |
overdrachtelijke zin! Een allegorie! Een beeldspraak! U bent een heilige en daarom niet zo goed op de hoogte van onze manieren. Maar dat doen de mensen anders heel vaak, zo in overdrachtelijke zin spreken. Om u een voorbeeld te noemen... ha-ha-ha! A propos, op het punt van heiligen! Hoe vaak komt het niet voor dat een verliefde jongeling tegen zijn meisje zegt dat ze een heilige is, een engel... Maar dat wil nog niet zeggen dat zij in werkelijkheid een heilige en engel zou zijn. Nee, dat is een allegorie. Een beeldspraak, overdrachtelijk bedoeld. Of, een ander voorbeeld, als je zegt...
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Als je zegt ‘de mens’ - is dat dan ook overdrachtelijk bedoeld?
DE EERSTE
Wat zal ik u zeggen... Dat hangt van de situatie af...
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Nou, in deze situatie bijvoorbeeld. Op u betrokken.
DE EERSTE
Op mij betrokken?
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Jawel, bent u een mens, of bent u een beeldspraak?
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Als u mij vraagt, een beeldspraak.
DE EERSTE
Ha-ha-ha-ha! En in letterlijke zin?
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
In letterlijke zin, dat zeg ik maar liever niet.
DE EERSTE
Zeg, luistert u eens! Er ligt een mens op sterven. De dokters hebben gezegd: ‘Het loopt met hem af.’ Hij is niet meer te redden. En dan wilt u dat ik, een gezonde man, mij zo maar zou opofferen...
| |
| |
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Ik wil niks. U was degeen die wat wilde. Maar uw woorden dekken uw daden niet. U hebt gelogen.
DE EERSTE
Zeg, weet u wat? Dringt u zich nou verder niet aan ons op, hè? Ik geloof niet in heiligen... en... die jazz heeft me in de war gebracht... en ik was net in de stemming voor u... Ga nou maar gauw terug naar waar u vandaan bent gekomen.
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Mijn enige schuld is dat ik geloof heb gehecht aan uw gevoelens van vriendschap voor Serjozja. Mijn vergissing. Neem me niet kwalijk. (Keert naar zijn eigen tafeltje terug.)
Er komt een derde man binnen.
DE DERDE
Mag ik bij jullie komen aanzitten, jongens?
DE EERSTE
Serjozja??! Wat moet dit betekenen?
DE DERDE
Een medische vergissing. Een verkeerde diagnose plus mijn eigen pietluttigheid. Ze hebben er een professor bijgeroepen, nou, en die heeft me onderzocht en verklaard dat ik kerngezond was, nou, en toen hebben ze me uit het ziekenhuis ontslagen.
DE TWEEDE
Kelner! Een fles cognac!
DE EERSTE
Serjozja!... Mijn lieve, beste vriend Serjozja... O, als je eens wist!... Wat ik al deze dagen heb uitgestaan... hoe het me te moede was... Ik zou er mijn leven voor hebben gegeven om jou weer gezond te maken. Zonder een ogenblik te aarzelen...
| |
| |
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS zacht bij zichzelf
Zonder een ogenblik te aarzelen...
DE EERSTE heeft hem niet gehoord
Ja, op mijn woord, zonder een ogenblik te aarzelen! M'n laatste druppel bloed zou ik voor je gegeven hebben, Serjozja, als ik jouw leven daarmee had kunnen redden!...
DE DERDE
Jij... jij bent nog eens een echte vriend, Witja! (Omhelst hem.)
DE BEZITTER VAN DE HALVE NIMBUS
Dat houd ik niet langer uit! Dit kan ik niet langer aanzien! En ik heb nog wel de gelofte afgelegd niet meer dan één glaasje te drinken. Zo lang als ik in fatsoenlijk gezelschap verkeerde, heb ik woord gehouden. Maar die vent daar heeft me de das omgedaan. Nou ga ik naar de bank van lening om de rest van mijn nimbus te verpanden. Misschien lukt het me genoeg geld los te krijgen voor nog een halve liter. Grote genade! Wat is het een toer om een heilige te blijven, als je in zulk gezelschap verzeild raakt! (Hij neemt de halve nimbus af en loopt naar de uitgang.)
Doek.
1959
Vertaald door Charles B. Timmer
|
|