Tirade. Jaargang 8 (nrs. 85-96)

[p. 800]

Portefolio
onder redaktie van 12 Nicolaas Wijnberg

T. Koornstra

1.	Wanneer en waar bent u geboren? Geboren in Rotterdam op 13 augustus 1912.
2.	Welke opleiding heeft u gehad? Vele, doch niet één in de richting der Beeldende Kunst.
3.	In welk opzicht heeft u invloed ondergaan van uw milieu? Maar in één opzicht, en dat leidde tot gevoelens van minderwaardigheid. (Ik ben de enige zoon ener ongefortuneerde weduwe.)
4.	Welke schilder heeft invloed gehad op uw vroegste werk? T. van Leeuwen, Mr. Schilder en decorateur te Haarlem (Grootvader), maniakaal marmeraar, ben groot geworden tussen marmeren tonetstoelen en marmeren alcoofdeuren.
5.	Zijn er ook nu nog invloeden? Ongetwijfeld.
6.	Zijn er andere dan beeldende kunstenaars die invloed op uw werk hebben of gehad hebben? Ja, het ouderlingendom der Gereformeerde Gemeente te Haarlem, mij bezwerend nederig te zijn, en de volgelingen mijner Friesche grootvader, mij bezwerend opstandig te zijn.
7.	Welke schrijvers leest u het liefst? Udde Makkema, Leeuwarden: Leven en Dood van Metten Koornstra (1845-1923), 280 pagina's in de Friese taal, verlucht met talrijke foto's.
8.	Welke componisten of muzikanten hoort u het liefst? Zie Veldhoen.
9.	Houdt u van theater en wat ziet u het liefst? Zie Gordijn.
10.	Heeft u ooit buiten Holland gewerkt? Waar en waarom? Overal in Frankrijk. Ik houd van onderbevolkte landen, zolang ze in Europa liggen.
11.	Welke hedendaagse beeldende kunstenaars vindt u belangrijk? Mijzelf.

[p. *85]

Rivierlandschap, 1963.

[p. *86]

Boerenerf, 1964.

[p. *87]

Boerderij, 1964.

[p. *88]

Frankrijk, 1963.

[p. *89]

Paar in landschap, 1964.

[p. *90]

Marnevallei, 1964.

[p. *91]

Boerderij in Noord-Frankrijk, 1964.

[p. *92]

Maaslandschap, 1964.
foto's Cas Oorthuys.

[p. 801]

12.	Vindt u het geestelijk klimaat in Nederland stimulerend voor een kunstenaar? Neen.
13.	Hoe staat u tegenover abstrakte kunst en waarom? Positief, het gaat toch over kunst!
14.	Rekent u pop-art tot de beeldende kunst? Ik zag alleen in Gent '64 Pop-art en had voornamelijk associaties met het Boekenbal, hetgeen nochtans met kunst niets te maken heeft.
15.	Vindt u het belangrijk dat uw werk in een museum hangt? Hing dit jaar zowel in het Rijks- als het Stedelijk museum. 't Valt tegen.
16.	Welke kleur is u het liefst? Grijs.
17.	Ziet u een levende traditie in Nederland en waar bevindt die zich? Ja en neen.
18.	Wat is het motief dat u emotioneel het meeste doet en dat in uw werk eventueel een speciale plaats inneemt? Zie bijgaande reproducties.
19.	Bent u tevreden met uw lot of wilt u de volgende keer een ander beroep en welk? Volkomen. Ware dit niet zo, dan zou ik helemaal niet tot de volgende keer wachten.
20.	Als u een collectie mocht samenstellen van twaalf werken, wat zou u dan kiezen? 12 doeken uit alle tijden is geen collectie, dan is me één zelfportret van Rembrandt of ‘La femme qui pleut’ van Picasso ook al genoeg.