gegaan. Zij had alles in het werk gesteld om van hem af te komen en uiteindelijk was zij daar natuurlijk in geslaagd. Dank zij zijn onoplettendheid uiteraard. Nu zou zij daar absoluut niet in slagen. Wat zij ook zou ondernemen, hij bleef haar in het oog houden. Elk gebaar dat zij zou maken, zou hij analyseren, tot hij de bedoeling ervan had achterhaald. Eenvoudig bleek dat niet. Zij deed tal van dingen waarvoor hij eigenlijk alleen maar een doodgewoon logische verklaring kon vinden. Zij keek naar rechts of naar links alleen maar omdat haar aandacht dan getrokken werd door iets, dat zijn aandacht eigenlijk ook trok. Daarom viel het niet mee om dan uit te maken, wat zij van plan was. Het leek er sterk op of zij niets van plan was, maar hij liet zich niet misleiden. Het was zeer wel mogelijk dat zij zich slechts voorwendde om interesse te hebben in die dingen, waarin ook hij interesse had. Dan kreeg hij de indruk dat zij zeer normaal reageerde, terwijl zij hem slechts om de tuin leidde. Als hij lette op hetgeen haar aandacht trok, dan viel hem op dat in feite niets opmerkelijks was te onderscheiden aan het interesse-objekt. En dat hijzelf hiervoor belangstelling toonde, was daaraan te wijten, dat hij als het ware voelde, wat haar de gelegenheid bood om te doen of zij er interesse voor had. Aldus richtte zij haar blikken naar iets, dat zijn belangstelling alleen daarom getrokken had, omdat hij wist dat zij er nu naar ging kijken. Dat gebeurde terstond, en hij zocht een bedoeling achter deze afleidingsmanoeuvres. Wellicht wilde zij zozeer meester worden over zijn belangstelling, dat zij kans zou zien op den duur werkelijk iets aan hem voor te stellen, dat zijn belangstelling voor langer dan een moment zou gevangen houden. Langzaam maar zeker voelde hij dat gebeuren. Als er bijvoorbeeld een ernstig ongeluk op de weg gebeuren zou, dan was hij verloren.
Zij zou zijn belangstelling zozeer daarop richten, dat hij zijn nieuwsgierigheid niet meer meester was. Het kon elk ogenblik gebeuren. Er waren zoveel dingen, waarvoor hij een fatale interesse zou kunnen krijgen. Bovendien kwam vanuit dit standpunt bekeken, de voortdurende oplettendheid van zijn zuster in het juiste licht. Zij zocht voortdurend iets dat zijn belangstelling gevangen zou kunnen houden, maar gemakkelijk was dat geenszins. Er waren veel dingen, die háár interesseerden, maar wat boeide hem? Hij vroeg zich af wat