Tirade. Jaargang 4 (nrs. 37-48)(1960)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 283] [p. 283] Griekse gedichten De blonde Eurypyle gaapt verrukt naar de hoog geplaatste Artemon! ..... Lompen en todden gesnoerd om z'n lijf - wás wat ie droeg in vroeger tijd Aan z'n oren hingen 'n paar dobbelstenen van hout De lap om z'n dijen 'n stuk huid van een rund: het kalende dek - vuil en wel, van een afgedankt schild Steeds samen met broodjuffers omgaand met smeerlappen, vond ie z'n weg 't arglistig bestaan van de spitsboef Artemon Vaak met zijn nek - óf in het blok - óf op het rad Met leren zweep werd hem de rug dikwijls gestreept - baard en hoofdhaar werd uitgeplukt Maar nu bestijgt hij palankijnen - Kyke's welp Oorbellen van goud Parasol van ivoor. Nog beter getuigd dan de hem toelachende vrouwtjes... [anakreon] Naar de sterren kijk je ster van mij - Mocht ik de hemel zijn dat ik met vele ogen naar jou kon kijken [plato] grafschrift van diogenes de cynicus (met afbeelding van hond) zeg mij eens hond wiens grafsteen het is die je staande bewaakt van de Hond maar zeg me wie was dan die man die je aanduidt met Hond diogenés waarvandaan van sinópe wiens woning een vat was jazeker maar nu hij gestorven is heeft hij de sterren tot huis (onbekend) (herplaatsing wegens drukfout) vertaald door Jan Hanlo Vorige Volgende