Tirade. Jaargang 3 (nrs. 25-36)(1959)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Pierre Kemp Gordijnen Ze waren tot gordijnen benoemd om aan de kamers te vertellen, wat buiten in de grote lucht gebeurde. Hoe daar op wielen werd rondgezoemd, wat zich daartussen liet vergezellen en hoe dat mensenvlees dan geurde. Ze vertelden de kamers ook van het licht, waarin geen mens vermag te wonen; hoeveel schoner het is dan een gezicht en hoe haast zo mooi als tonen. Gordijnen hebben nu eenmaal veel tijd, zich te bezinnen op een schijn van eeuwigheid. Bij volle maan op 23 februari 1959 De zes volle manen, die ik zie, hangen als een trosje druiven in de lucht. Dat zijn er vijf te veel, twee naar boven, twee naar links, en één naar rechts. Ik zucht, al houd ik nog zo van hun teder geel, wijl ik ze niet in zilver zie, maar haast in goud: Wat word ik oud en wat wordt nog mijn deel?! Daar zeilen ze langs het haantje van de toren in een wijde kring, maar wát heeft mijn gezicht al niet verloren door deze smartelijke vermeerdering?! Vorige Volgende