aimer ceux qui vous nuisent, les sauver au prix de son propre salut, cela hausse un homme á la saintete, mais ravale une nation au rang abject de nation femelle.’ Met andere woorden, Dutourd gelooft niet in een internationale moraal of rechtsorde. Het is hem ook niet alleen maar om mooie daden te doen. Hij neemt nadrukkelijk afstand van de liefde voor de ‘panache’ in de trant van Edmond Rostand, en hij doet een speciale uitval tegen de mythe van de mislukking, die het zover gebracht heeft dat het bijwoord ‘héroïgement’ tegenwoordig aanduidt dat men over een strijd van verliezers spreekt. De moed hoort betoond te worden om te winnen en er voordeel mee te behalen, niet om ijdel met zijn pluimen wuivend te sterven.
Er staan dus inderdaad dingen in het boek die als sabotage kunnen worden opgevat van de pogingen om een betere wereld te maken en die daarom wel nonconformistisch genoemd mogen worden, en zelfs genoemd moeten worden om door hun pose als boutade enigszins beschermd te zijn tegen verontwaardiging. Men kan nu tenminste moeilijk beweren dat Dutourd voor agressie en preventieve oorlog pleit. Hij pleit trouwens voor geen enkele concrete onderneming, alleen voor de mentaliteit die de legers van het Ancien Régime, toen dat tenminste nog niet in de coquetterie met de panache vervallen was, en van Napoleon bezielde. De positieve strekking is hem ook voorzover ik gemerkt heb veel minder kwalijk genomen, dan de negatieve, die de verdiensten van allerlei gerespecteerde personages tot nul terugbrengt. Eigenlijk vindt toch niemand dat de oude Franse deugden, zoals vermeld op de omslag, verouderd zijn en door practischer deugden zouden moeten worden vervangen. Het gaat ook niet om het
geweld, zomin als het in de nostalgie naar de napoleontische tijd bij veel Fransen om het geweld gaat: men wil alleen de mannelijke kwaliteiten tonen die zonder zulke omstandigheden geen kans krijgen. Degenen die daar tegenover willen stellen dat geweld onder alle omstandigheden verfoeilijk is, hebben wel gelijk tegenover de wereld, maar vaak niet tegenover zichzelf.
Het lijkt mij in ieder geval zeker dat een boek als Les Taxis de la Marne in Engeland, als iemand daar de ongelofelijke originaliteit gehad had om het te schrijven, voornamelijk afkeer en bezorgdheid gewekt zou hebben; in Frankrijk is de originaliteit niet zo groot, en de ontvangst al bij al gunstig. Alleen, na de Egyptische actie is het nog moeilijker dan tevoren om een winstgevende toepassing te bedenken van de levensleer van Dutourd, en als er in Frankrijk een zekere verslapping is waar te nemen, kan men die begrijpen uit de onmogelijkheid om op het ogenblik volgens zijn ware natuur te leven. Niet dat de bevolking tot de laatste man de behoefte aan de oude Franse deugden in zich voelt kloppen, ik hoop dat ik niet de indruk gewekt heb zoiets te bedoelen; maar als niet enkelen de gelegenheid krijgen om ze toe te passen, voelen allen zich tekort gedaan. Of zelfs meer dan enkelen: ‘Ce vieux sol est-il encore capable de produire les millions d'enfants violents et pauvres sans lesquels rien ne se fait de grand?’
* * *
Ik moet nog een citaat halen uit het boek van Dutourd, waar hij spreekt over één genie en tien hommes d'honneur die voldoende zouden zijn om Frankrijk weer op gang te brengen, maar die nu juist niet te vinden zijn. ‘La société les recouvre comme une porte de coffrefort. Les révolutions font sauter très facilement ces portes. Il n'y avait pas un homme de genie dans l'administration et dans l'armée française en 1788. L'année suivante on les ramassait à la pelle.’ Dit alleen om te laten zien hoe sterk in Frankrijk de attractie van de grote schoonmaak werkt, ook op degenen die er de communistische formule niet voor aanvaarden. Men kan zelfs zeggen dat de attractie dan niet bepaald sterker, maar heviger is. De communisten hebben wetenschappelijk vastgesteld dat de tijd voor een revolutie niet rijp is, maar de vrijzinnige revolutionairen winden zichzelf en anderen graag op met de gedachte dat wij juist in 1788 leven, nu al jaren lang.
Wanneer zo iemand tot de overtuiging komt dat ‘vrijzinnigheid niet genoeg is’, kan hij niet meer volstaan met zoals Dutourd naar de revolutie te knipogen, en maakt hij een goede kans om zich communist te voelen worden, of ‘sympathisant’ als hij geen zin heeft om zich zijn standpunt tegenover de complicaties van de destalinisatie te laten voorschrijven door Louis Aragon. Men wordt in Frankrijk op deze manier veel gemakkelijker sympathisant dan in landen zonder revolutionaire legende. Het is ook nog op andere manieren gemakkelijker, maar daar gaat het nu niet om. De aanhaling van Dutourd komt alleen terloops te pas bij de breuk met de communistische partij van Sartre, wiens sympathie velen, geloof ik, verbaasd heeft en die ook niet goed begrijpelijk is geworden.
De vier pagina's antwoorden op vragen die van hem