Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 9

Algemeen Bestuur van het Willems-fonds.

De jaarlijksche algemeene vergadering heeft te Gent den Zondag 30 October plaats gehad.

_**_*

Het Algemeen Bestuur heeft vóór de algemeene vergadering verzonden den prachtig geïllustreerden novellenbundel Uit Noord en Zuid. Daarop zal spoedig volgen: Klau waard en Geus, bloemlezing uit de politieke schriften van J. Vuylsteke (uitgave van het Julius Vuylsteke-fon 's).

_**_*

De volgende verzoekschriften werden verzonden

Den Heer Minister van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen,
Brussel.

Hooggeachte Heer Minister,

De Brusselsche afdeeling van een maatschappij, die, onder voorwendsel van de kennis van het Fransch in Vlaanderen te verspreiden, er op uit is om alle gelegenheden uit te zoeken en desnoods uit te vinden ten einde het gebruik van de landstaal in Vlaamsch België te bestrijden, heeft bij U verzet aangeteekend tegen de plaats, die het Nederlandsch in Brussel en voorsteden bekleedt bij de mededeelingen van Uw Bestuur aan het publiek.

Zij steunt daarbij op wetten en verordeningen die de rechterlijke aangelegenheden betreffen, en ziet over het hoofd dat het hier een toepassing geldt van de wet van 22 Mei 1878 over het gebruik van het Nederlandsch in bestuurszaken.

[p. 271]

Deze wet maakt wel in haar art. 2 § 1 een uitzondering voor Brussel wat de briefwisseling van de beambten met het publiek betreft, maar zegt uitdrukkelijk in § 2 dat als het berichten en mededeelingen van de beambten tot het publiek geldt, voor het arrondissement Brussel de bepalingen te volgen zijn van art. 1 betrekkelijk de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en het arrondissement Leuven.

Wij zijn dan ook gelukkig te mogen vaststellen in dat opzicht de wet door Uw Bestuur toegepast wordt en drukken de hoop uit dat het zich niet zal laten misleiden door de verwarring, welke voormelde maatschappij wil doen ontstaan, maar zich voort zal richten naar de wet die hier alleen van toepassing is.

Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds

G.D. Minnaert, Voorzitter,

J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.

Gent, 30 September 1904.

Den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs,
Brussel.

Hooggeachte Heer Minister,

Een Vlaamsche stad heeft onlangs een onderwijzeres aangesteld, die ofschoon door de Normaalschool te Brugge gediplomeerd, noch het Nederlandsch als leervak kan onderwijzen, noch het als voertaal gebruiken.

Het mag toch niet gezegd worden dat in de eenige Vlaamsche Normaalschool voor onderwijzeressen het onderwijs in en door het Nederlandsch zoo onvoldoende is, dat een leerlinge heel den leerkring kan doorloopen zonder het te kennen, en dat het diploma dingen doet gelooven die niet zijn.

Daarom is het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds zoo vrij U te verzoeken, een ernstig toezicht te doen houden op het onderwijs in de Brugsche Normaalschool, opdat dergelijke misbruiken zich niet meer voordoen.

Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds:

G.D. Minnaert, Voorzitter,

J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.

Gent, 22 October 1904.

_**_*

[p. 272]

In navolging van het Comiteit ter bevordering van den Neaerlandschen Zang te Gent en het Algemeen Nederlandsch Verbond te Antwerpen, heeft de afdeeling van het Willems-fonds te St.-Nikolaas ook liederavonden ingericht, dank zij het krachtig optreden van den heer L. Meert, secretaris. Ze zijn den 1 October met een schitterenden bijval begonnen.

Ook de afdeeling Oostende heeft den 17 October dergelijke liederavonden met even schitterenden bijval begonnen, en te Brussel stellen Veldbloem en Vlaamsche Wacht te gelijk zich voor, hetzelfde te beproeven.