mannenkoor, voor gemengd koor, - componist ook van Floris V, om een zijner dramatische werken te noemen, dat nog niet lang geleden door de Nederlandsche Opera werd opgevoerd, - componist van 'n schat kinderliederen, die bij de jeugd van meer dan één geslacht de liefde voor zang en liefde voor huis en vaderland kweekten. Van Amstel's Mannenkoor is Hol van 1856 tot 1871, hoewel reeds in Utrecht wonend, dirigent geweest, en op de concerten van dit koor zijn evenzeer composities van hem ten gehoore gebracht als op die der Utrechtsche vereenigingen: zangen, maar ook instrumentale werken, symphonieën, ouvertures, concertstukken.
Behalve Amsterdam en Utrecht heeft ook Den Haag den krachtig-werkenden toonkunstenaar onder haar inwoners gehad. De concerten van Diligentia heeft hij er gedirigeerd, en de mannenzangvereeniging Caecilia voerde hij aan, tot groote, zelfs buitenlandsche triomfen. Daar, evenals elders, was Hol's invloed op het muziekleven en de vrije ontwikkeling der toonkunst groot.
Richard Hol was even beminnelijk als geëerd. Vriendelijk en gemakkelijk in den omgang, zooals zijn melodieën vloeiend en zangerig zijn; levendig en geestig, zooals zijn harmonieën het karakter van kernachtigheid dragen. In het buitenland had hij naam, eervolle benoemingen en ridderorden werden hem van over de grenzen toegezonden, gevoegd bij diegene die hij in Nederland reeds ontving.
Onder de grootste belangstelling met algemeene gevoelens van eerbied en dankbaarheid werd Richard Hol den 18 Mei ter aarde besteld.
Namens het Comité van het Willems-fonds ter bevordering van den Nederlandschen zang, sprak de Voorzitter, de heer Florimond van Duyse, uit Gent, een treffende rede uit, om de groote verdiensten van den overledene tegenover den nationalen zang in 't licht te stellen.