Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds.
In uitvoering van een besluit van de Algemeene Vergadering van 8 November 11. heeft het Algemeen Bestuur het volgende verzoekschrift gezonden aan de Kamer der Volksvertegenwoordigers en den Senaat en aan al de leden van die twee Wetgevende lichamen:
Zeer Geachte Heeren,
De Algemeene Vergadering van het Willems-fonds den 8 November 11. te Gent gehouden:
Gezien den eenparigen wensch van de Vlaamsche bevolking,
Gezien het groote nut voor de vaderlandsche en maatschappepelijke belangen van een degelijk aanleeren der volkstaal in het middelbaar onderwijs,
Heeft besloten dat het Algemeen Bestuur bij de Wetgevende Macht zou aandringen opdat het wetsvoorstel-Coremans nog in dezen zittijd zou aangenomen worden.
Ons Algemeen Bestuur is dus zoo vrij zich daarom tot U te wenden, overtuigd als het is dat onze redenen U gegrond en onze vraag U billijk zullen schijnen.
Wij behoeven er zeker niet bij te voegen dat wij de vrees niet deelen van degenen die achten, dat in dezen de vrijheid van onderwijs belemmerd wordt. Want wanneer de wetgeving gewichtige voorrechten, zooals het afleveren van wettelijk geldige getuigschriften en diploma's, aan bijzonderen verleent, moet ze ook de voorwaarden bepalen om deze voorrechten te genieten; en daar ze, met het oog op de hoogere belangen van het onderwijs, aan de openbare scholen taalvoorwaarden oplegt, mag ze de bijzondere scholen, die de wettelijke voorrechten der openbare scholen willen genieten, niet van deze voorwaarden ontslaan.
Wij verblijven met verschuldigde achting,
Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-fonds:
Uw Dw. Dren
G.D. Minnaert, Voorzitter.
J. Vercoullie, Secretaris.
Gent, 7 December 1903.