Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 8(1903)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Triomf van het Licht. Met nevel is de hemel overtogen; En de aarde ligt te sluimren koud en naar. De bloemen hangen treurig neergebogen; In 't klamme loover zwijgt de vogelschaar. De zon poogt door de grauwe lucht te stralen, Die weemoed draagt in haren killen schoot: Een kamp, waar 't licht de zege moet behalen, Een strijden tusschen 't leven en den dood. En dunner, dunner wordt het dampgewemel... De zon breekt door, de horizon vergroot; En wijd en zijd de blinkend-blauwe hemel In vollen zomerluister zich ontbloot. En strooien dak, paleizentrans, En heidekruid en welig groen Zich baden in der zonne glans, Zich koestren in haar stralenzoen. De hemel jubelt, de aarde lacht; Hosanna! zingt de blijde zee; Alomme stijgt met nieuwe kracht Een galmend lied van dank en vree. Zoo boort het licht der waarheid door Het duister der onwetendheid; en zacht, Bij elken straal, die door den nevel lacht, Weerklinkt een duizendstemmig koor, Een grootsche lofzang allerwegen; Gij laaft het hart, gij voedt Het hoofd, en teelt den overvloed! Gegroet! O bron van heil en zegen! O, zon der wetenschap, gegroet! Jacob Stinissen. Vorige Volgende