Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6
(1901)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 304]
| |
Vijf-en-twintigjarig jubelfeest van het Willems-Fonds te Nieuwpoort.Feestzang uitgevoerd op Zondag, 18 Oogst 1901.Muziek van L. Rinskopf. KOOR.
Juichende scharen doortrekken de stede, } bis.
Blijheid omstraalt hier den grijsaard en 't kind; } bis.
Knapen en meisjes, 't zingt alles mede } bis. } bis.
't Lied van ons Vlaandren zoo innig bemind. } bis. } bis.
RECITATIEF.
Kent gij het lied van de Guldene Sporen?
Vechtende leeuwen bevrijdden het land;
Roovende riddren hun eer hier verloren,
Stortten ontzadeld en machtloos in 't zand......
Breidel, de Coninc, gij, dierbare helden,
Weest ons gegroet in uw edelen strijd;
Ruwaerts van Vlaandren, gij ook, Artevelden,
Zijt ons gezegend, gebenedijd!
KOOR.
Zingt dan met ons, gij juichende scharen,
Laat blij uw tonen met de onze saam paren,
Hun leeuwenbanier (bis.)
Ontplooien we fier
In 't Willems-Fonds hier!
| |
[pagina 305]
| |
KOOR.
De eeuwe van Maerlant goot hare stralen } bis.
Mild over Vlaandren in bundels van licht, } bis.
't Dietsch klonk als Roeland door de andere talen } bis. } bis.
In Jan van Ruusbroec en Boendael's gedicht. } bis. } bis.
RECITATIEF.
En of het bloed van de Vrije Gemeente
Levend weer optrilt, na eeuwen van rust,
Wordt uit haar krachtig titanengebeente
't Ras van de Geuzen als wakker gekust;
Willem de Zwijger en Egmont en Hoorn,
Geuzen der Bosschen en Geuzen der Zee,
't Is of we uw manlijke woorden nog hooren,
't Kloek Help u Zelf, de heldhaftige beê:
KOOR.
‘Helpt nu u selven, so sal u God helpen,
Troost sal hij schenken, die wonden u stelpen,
Want wat gij lijdt
In uwen strijd,
Dat werc gedijt.’
KOOR.
Dubbel ontvouwt zich de strijd van de vaadren: } bis.
Clauwaert en Geus was hun dubbele naam; } bis.
't Is nog dat bloed dat bruist door ons aadren } bis. } bis.
En nog getuigt van die Vlaamschvrije faam. } bis. } bis.
RECITATIEF.
Ziet nu de Boeren op Afrika's stranden
Schoudren het wapen voor taal en voor aard;
Ziet hoe de Britten hun hoeven afbranden,
Maar hoe de Boeren nog staan onvervaard!
| |
[pagina 306]
| |
Zij dichten voort aan het epos des Clauwaerts
En van den Geus uit de Guldener Eeuw:
Eens wordt Transvaal 't graf van de Engelsche woestaards,
Leve Groot-Nederland, Vlaandren den Leeuw!
KOOR.
Tolken van Neerlands eendrachtig verlangen,
Dichters en stichters, heft aan uw gezangen;
Over berg en dal
Klink overal
Bazuingeschal!!
| |
Jubellied.Mannen van Nieuwpoort, gij, Clauwaerts en Geuzen
't Vierde eener eeuw strijdt gij meê dezen kamp;
Spiegelt u steeds aan die Vlaamschvrije reuzen
Trouw als zij waren in zege en in ramp.
Mint uwe taal als een erfgoed der vaadren,
Kampt voor de schoone, met hand ende tand,
Tegen de lauwaards en laffe verraadren,
En dat weerklinke tot hunne schand':
KOOR.
‘Hulde den mannen wier volkslievend harte
Klopt in één bons met het hart van De Swarle!’Ga naar voetnoot(1)
Zoo blijft ge altemaal
Karakters van staal
Voor Vrijheid en Taal!
Fr. V.
|
|