Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 6
(1901)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 262]
| |
Den Heer Minister van Justitie, Brussel.Hooggeachte Heer Minister, In de laatste maanden zijn voor de magistratuur der Vlaamsche gewesten verschillende benoemingen gedaan van personen die het Nederlandsch niet of zeer onvoldoende kennen, o.a. te Dendermonde, te Gent, te Oudenaarde. Dergelijke magistraten kunnen niet alleen de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik der Nederlandsche taal niet nakomen, maar zijn niet eens in staat de diensten te bewijzen die het Vlaamsche volk het recht heeft van hen te verwachten. Daarom is het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds zoo vrij van U eerbiedig te verzoeken, voortaan in de Vlaamsche gewesten geen magistraten meer aan te stellen die het Nederlandsch niet voldoende machtig zijn. Wij verblijven met eerbiedige hoogachting
Uw nederige dienaren: Het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds, G.D. Minnaert, Voorzitter, J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.
Gent, 7 December 1900. | |
[pagina 263]
| |
Den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, Brussel.Hooggeachte Heer Minister, Op de Iaatste Algemeene Vergadering van het Willems-Fonds werd er op gewezen dat blijkens de statistiek er 3896 lagere scholen zijn met het Fransch als voertaal tegenover slechts 2707 met het Nederlandsch als voertaal. Daaruit volgt dat in vele Vlaamsche scholen de moedertaal niet de voertaal van het onderwijs is, dit in strijd met de verklaring van Uw geachten voorganger dat hij dit niet zou geduld hebben. Het is zelfs ten gevolge van deze verklaring dat een amendement van den heer De Vriendt, het Nederlandsch als voertaal van het lager onderwijs in Vlaamsch-België voorschrijvende en bij de eerste stemming over de laatste ondewijswet aangenomen, bij de tweede stemming als overbodig verworpen werd. Het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds, in opdracht van de Algemeene Vergadcring, is dus zoo vrij U eerbiedig te verzoeken, wel te willen de noodige bestuurlijke maatregelen nemen, opdat deze belofte hare stipte vervulling krijge. Wij verblijven, Mijnheer de Minister, met eerbiedige hoogachting, Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds:
Uw nederige dienaren G.M. Minnaert, Voorzitter. J. Vercoullie, Secretaris-Schatmeester.
Gent, den 19 December 1900. |
|